Buitenlanders in nationale elftallen

6 juni 2001

In het clubvoetbal zijn de buitenlandse spelers al dikwijls in de meerderheid. Nu lijkt dit verschijnsel ook langzaam in de nationale teams door te dringen. Afgelopen weekend was een Ghanees de sterkste speler van de Duitsers en scoorde een Nigeriaan voor Polen.
Afgelopen zaterdag was de Ghanees Gerald Asamoah (22) de sterkste man van de Duitsers in hun interland tegen Finland. Asamoah woont al sinds zijn twaalfde jaar in Duitsland en heeft inmiddels dus wel degelijk Duitse roots, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Paulo Rink met wie de Duitsers het eerder probeerden.

Maar het meest opvallende is dat Asamoah de eerste zwarte speler in het Duitse elftal is. En dus krijgt zijn inzet bijna een politieke lading. Tot voor kort werd hij bij iedere uitwedstrijd van zijn club Schalke 04 met racistische spreekkoren ontvangen, maar nu kan hij uitgroeien tot held van de natie.

Nog opvallender is de verschijning van de Nigeriaan Emmanuel Olisadebe (22) in het Poolse elftal. Zes wedstrijden op rij wist Polen geen doelpunt te scoren. En toen kwam Olisadebe in het nationale team. Inmiddels heeft hij binnen een jaar 8 goals in 9 interlands gescoord en staat Polen fier bovenaan in Groep 5. Voor het eerst sinds 1986 zal het land zich weer voor een WK weten te plaatsen.

Emmanuel Olisadebe was pas drie jaar in Polen toen hij zich liet naturaliseren – waar eigenlijk vijf jaar vereist is, maar president Alexander Kwasniewski kneep een oogje dicht. Inmiddels is hij het land alweer uit, want Panathinaikos betaalde hem meer dan zijn Poolse club Polonia Warschau kon bieden. Veel verder dan de paar Poolse woorden die hij in die drie jaar geleerd had, zal hij dus wel niet komen. Maar dat is geen probleem: Olisadebe laat zijn Poolse voeten spreken. Zoals vanavond weer in de uitwedstrijd tegen Armenië.