Oer-Spartaan Kooiman wil altijd winnen

15 juni 2001

Zondag heeft Sparta in Deventer aan een puntje voldoende om het eredivisieschap weer met een jaar te verlengen. Een kleine nederlaag zou waarschijnlijk zelfs volstaan. Zover wil de populairste Spartaan van het afgelopen seizoen, doelman Frank Kooiman, het echter niet laten komen. ‘We gaan daar winnen. Zodat we laten zien dat we echt de sterkste van de nacompetitie zijn.’
Dit seizoen lijkt de doorbraak te zijn van de toch al 31-jarige Frank Kooiman. Hij wordt door het publiek omarmd als meest geliefde Spartaan en ook insiders waarderen steeds meer zijn keeperskwaliteiten. Kooiman vindt het moeilijk van zichzelf te zeggen waar dat aan ligt.
Ook Kooiman sr., in de jaren zestig prof bij Fortuna Vlaardingen, is verbaasd: ‘Volgens mij staat Frank al een jaar of tien heel aardig te keepen.’
Waarna toch nog een verklaring volgt van Jan Kooiman, die in de jaren tachtig al zijn oudste zoon Ton in het doel zag staan bij Excelsior.

‘Frank is keeper uit idealisme. Hij is een liefhebber die nooit een keer zal verzaken. En hij weet voor wie hij het doet. Het is een cliché dat het publiek de twaalfde man is, maar het is natuurlijk wel zo. Frank zat daar als C-tje al op de tribune en weet nog hoeveel een kaartje kost. Dat herkennen de mensen.’

Een elftalfoto komt ter tafel van de Sparta C1 voor een vol Kasteel. Voorwedstrijd van Sparta-Feyenoord. De kleinste van de twee keepertjes is Frank, oer-Spartaan. Zijn vader heeft in de jeugd nooit schreeuwend langs de lijn gestaan, zegt de Sparta-doelman. ‘Op weg naar huis praatten we wel veel. Maar mijn vader was altijd rustig, onderwijzend.’

Sommige wijsheden zijn er van jongs af aan in gebracht. Kooiman sr.: ‘De volgende bal is het enige wat belangrijk is. Aan wat geweest is kun je nooit meer iets veranderen. Al was het de grootste blunder, het heeft geen enkele zin om daarover in de put te raken.’
‘Die instelling heb ik altijd over willen brengen. Al sta je met 12-0 achter dan is het belangrijkste dat het niet 13-0 wordt. Vliegt die er toch in dan moet je zorgen dat de 14e uitblijft.’

Die wijsheid kwam Kooiman dit seizoen nog van pas in de Arena, toen hij bij 9-0 de enige Spartaan leek die de 10-0 van Ajax ten koste van alles wilde voorkomen.
Kooiman sr: ‘Nog zo’n stelling: Er zijn geen makkelijke ballen. Dat heb ik hem altijd voorgehouden. Iedere bal moet met dezelfde concentratie benaderd worden. Je moet jezelf zo minder kwetsbaar maken. Ook in de warming-up zul je Frank nooit een nonchalant balletje zien geven. Altijd alles strak, links en rechts, iedere keer weer.’

‘Je moet niet bang zijn om te verliezen. Dat hoort erbij. Door jaren met die mentaliteit je sport te bedrijven haal je de zenuwen weg. Dat helpt je in mindere tijden, maar ook in een periode als deze, waarin Frank met complimenten overladen wordt. Want ook dan weet je: het gaat niet om wat geweest is, het belangrijkste is de volgende wedstrijd.’

En het is ook om die reden dat Frank nog niet te vroeg wil juichen over de goede afloop van de nacompetitie. ‘Eerst moeten we zondag goed afwerken. Gewoon winnen, zodat we laten zien dat het terecht is dat we er ingebleven zijn.’

En dan woensdag op weg naar een welverdiende vakantie. Kooimans toekomst is voorlopig nog onduidelijk. ‘Ik heb nog een contract voor een jaar. Wat Sparta wil, zal blijken bij definitieve handhaving. Daar hangt alles vanaf. Er is van buitenaf belangstelling, ja, dat weet ik al drie maanden. Maar het wachten lijkt op de doorgang van de transfer van Dudek. Pas dan komt de hele keeperscarrousel aan het draaien. Ik doe daarbij niets zonder Theo van Seggelen. De VVCS heeft me destijds bij FC Utrecht geholpen en sindsdien hebben we steeds prima samengewerkt.’

Waarmee Kooiman ook op deze wijze een familietraditie voortzet. Want Kooiman sr heeft nóg zijn lidmaatschapskaart uit het seizoen 1962-1963, het oprichtingsjaar van de VVCS, toen hij volgens het bijgevoegde contract 25 gulden voor een overwinning kreeg, 15 voor een gelijkspel en bij een nederlaag toch nog een tientje voor de moeite.
De bedragen zijn veranderd, de instelling is bij de Kooimannen dezelfde gebleven.