Televisierechten procedure voortgezet voor het Gerechtshof van Amsterdam

27 januari 2012

De Memorie van Grieven ligt klaar. Deze wordt op 7 februari aanstaande ingediend bij het Hof.

Hiermee is het beroep tegen de beslissing van de Amsterdamse rechtbank een feit. In 2004 wees de rechtbank de vorderingen van de VVCS en de Centrale Spelersraad af. De inzet blijft hetzelfde. De VVCS wil bewerkstellingen dat de aanspraak van de spelers met betrekking tot onder meer televisiebeelden van voetbalwedstrijden wordt erkend. Deze claim baseert de VVCS op het portretrecht.

Omdat het de voorbije jaren niet mogelijk bleek een redelijk compromis te vinden, had de VVCS geen andere principiële keuze dan de procedure voort te zetten.

Zij wordt hierbij in haar zienswijze gesterkt door de visie van geraadpleegde erkende auteursrechtdeskundigen. Ook deze professoren oordeelden dat de rechtbank zich er te gemakkelijk van afmaakte door te zeggen dat wanneer je een contract tekent je daarmee stilzwijgend toestemming geeft aan je club om ook de wedstrijdbeelden te exploiteren.

Met deze beslissing ging de rechtbank volledig voorbij aan de juridische realiteit. Het is nu eenmaal een objectief gegeven dat voetballers een commercieel, verzilverbaar portretrecht hebben. Uiteraard is de primaire taak van een speler om te voetballen en is het mooi dat de wedstrijden waaraan hij deelneemt zich lenen tot het genereren van hoge inkomsten. Maar let wel, zijn redelijk belang bestaat er uit dat hij zich kan verzetten tegen het ongelimiteerde gebruik van zijn portret wanneer hij hiervoor geen enkele vergoeding krijgt. Die vergoeding kregen de spelers wel tot het seizoen 1999/2000. Toen werd spontaan en eenzijdig besloten dat dit maar eens afgelopen moest zijn.

Waar de rechtbank in haar gebrekkige redenering ook volledig aan voorbij ging was het feit dat er zeker zo’n honderd spelers zonder arbeidscontract actief zijn binnen het betaalde voetbal. Zij kunnen dus nooit impliciet of stilzwijgend toestemming hebben gegeven.

Inmiddels heeft ook Proprof zich in deze procedure gevoegd. Deze bundeling van krachten is voor de positie van de spelers uiteraard een louter positieve.

VVCS directeur Louis Everard: “Voor ons is dit inderdaad een principiële kwestie. Nederland is het eerste land waar een dergelijke procedure op juridische gronden wordt uitgevochten. De bijna vijftig bij de FIFPro aangesloten collega-spelersvakbonden kijken dan ook gespannen mee. Op dit moment delen alleen de in Frankrijk, Engeland, Spanje en Brazilië actieve profs mee in de opbrengsten van de televisierechten. Dit werd gerealiseerd middels onderhandelingen of door de dreiging van een staking. Ook wij hebben geprobeerd om in onderling overleg met alle betrokken partijen tot een redelijk compromis te komen, maar helaas tevergeefs. Dan rest alleen maar de volgende juridische gang. Wat de VVCS betreft wordt Nederland het vijfde land in het rijtje van landen waar het portretrecht van de spelers ook voor wat betreft televisiebeelden wordt erkend.”