In Engeland bestond aan het begin van het afgelopen seizoen een situatie die vergelijkbaar was met de huidige stand van zaken in Nederland. Er was echter één groot verschil: in Engeland was het niet de vraag óf de spelers een deel van de TV-gelden zouden krijgen, maar was slechts de hoogte van het bedrag inzet van een felle strijd tussen de Premier League en de spelersvakbond PFA. De clubs in Engeland hebben het recht van de spelers op een deel van de TV-gelden altijd gerespecteerd.
De Engelse spelersvakbond PFA ontvangt al TV-gelden sinds 1955. De clubs waren destijds bang dat de spelers om meer geld zouden vragen als ze voortaan op TV zou komen. De spelers waren echter bereid hun individuele rechten op te geven, in ruil voor een collectief te verdelen deel van de TV-inkomsten.
Bij de laatste overeenkomst van een aantal jaren geleden kregen de Engelse spelers nog 7,5 miljoen Pond van de Premier League, zo’n 5% van het totaal. Inmiddels waren de TV-gelden echter zodanig gestegen dat 5% van de TV-gelden anno 2001 maar liefst 27,5 miljoen Pond zou opleveren. Het spelersaandeel werd daarentegen juist teruggebracht naar 5,2 miljoen Pond, nog slechts iets meer dan 1% van het totaal.
De PFA startte daarop een actie onder de spelers, die massaal reageerden. Afgesproken werd tot staking over te gaan als de clubs een redelijk aandeel van de spelers in de TV-gelden zouden blijven weigeren. Volgens het Engels recht dienden spelers stembrieven in te vullen om hun bereidheid tot staken te tonen. Maar liefst 99% van de Engelse spelers steunden de actie en lieten middels hun ballot paper weten tot staken bereid te zijn.
Het verschil tussen bod en tegenbod was groot. In plaats van de aangeboden 5,2 miljoen Pond van de Premier League vroeg de PFA namens de spelers 5% van het totaal van 500 miljoen Pond: 25 miljoen Pond.
Onder druk van de aangekondigde stakingsactie is uiteindelijk een overeenkomst voor 10 jaar gesloten, waarbij de spelers jaarlijks recht hebben op 17,5 miljoen Pond (3,5%). Dit is weliswaar minder dan de gebruikelijke 5%, maar vanwege een aantal voorwaarden was de PFA uiteindelijk toch tevreden met de deal: niet alleen is er nu voor tien jaar zekerheid, ook heeft de PFA de vrijheid om het geld zonder enige inmenging van de Premier League te besteden en dient de League het bedrag ook te betalen als de TV-inkomsten in de toekomst zouden dalen. En vooral deze laatste bepaling is inmiddels waardevol gebleken.
De Engelse spelers hebben overtuigend laten zien wat door middel van eensgezindheid – de grote spelers toonden zich solidair met de ‘kleinere’ spelers, voor wie het bedrag van groot belang is – bereikt kan worden. Tevens laat Engeland zien dat de situatie van de spelers in Nederland nog slechter is dan wat de Engelse profs reeds ontoelaatbaar vonden. Alle reden dus voor de Nederlandse spelers om gezamenlijk hun stem te laten horen.