Spelersraad NAC over crisis

8 januari 2003

Onzekerheid is de laatste maanden troef bij het Bredase NAC. De selectie heeft zich echter totnogtoe niet laten beïnvloeden door de financiële problemen en draait sportief een prima seizoen. In De Contractspeler vertelt de spelersraad van NAC openhartig over de ambities, frustraties en twijfels van de spelers. Portret van een evenwichtige groep.

De spelersraad van NAC verloor met het vertrek van algemeen directeur Roelant Oltmans zijn aanspreekpunt. Overleg is er sindsdien niet meer geweest. De spelers dienden een financieel offer te brengen, maar worden verder in onzekerheid achtergelaten. Nieuws over de noodlijdende club vernemen de spelers sindsdien – net als iedereen -uit de krant. De sportieve prestaties blijven niettemin uitstekend.

Maar de spelersraad van NAC wekt deze middag in stadionbrasserie Le Carnac de indruk zich niet snel gek te laten maken. De routiniers van NAC zijn rustig, goedgehumeurd ook, met niettemin een lichte, maar onmiskenbare cynische ondertoon.

In de meeste spelersraden zijn alle geledingen binnen de selectie vertegenwoordigd: een jonge speler, een speler uit het tweede, een buitenlandse jongen. Maar bij NAC zijn het uitsluitend de ervaren basisspelers die de raad vormen. Aanvoerder Alfred Schreuder (30) natuurlijk, die als jonge jongen ooit in de raad van RKC van spelers als Leon Hutten, Marcel Brands en Marco Boogers het vak leerde. Earnest Stewart (33) zat al bij Willem II samen met John Feskens, Hans Werdekker en Martin van Geel in de spelersraad. Ook Mark Schenning (32) zat eerder bij Willem II in de raad. Rob Penders (27) luisterde bij RBC Roosendaal als broekie in het spelersoverleg naar Erik Hellemons en John Lammers en Arne Slot (24) deed ook al eerder ervaring op met het raadswerk bij FC Zwolle. Voor Rick Versteeg (26) is NAC zijn eerste club in het betaald voetbal, hij is deze middag verhinderd.

Voor Alfred Schreuder is het geen probleem dat de raad zo eenzijdig is samengesteld: ‘Onze selectie bestaat uit twee duidelijke groepen, de ouderen en de jongeren. Dat is geen bezwaar, want ieder laat elkaar volledig in zijn waarde.’ Mark Schenning: ‘Zij hebben er geen behoefte aan om in de spelersraad te zitten. Voor mij is geen probleem om, ook als we maar een keer trainen, ’s middags tot vier uur op de club te blijven. Maar zij hebben blijkbaar andere dingen te doen. Die jongens zijn na een training als eersten vertrokken.’

Maar ook zij zullen zich betrokken gevoeld hebben bij de kwestie die aan het begin van het seizoen speelde. Het was een klein maar opmerkelijk bericht in de sportkranten: NAC-spelers doen afstand van premies en imagerechten. Het werd gezien als een groots gebaar van de spelers om de traditierijke club voor de ondergang te behoeden. De waarheid ligt echter iets genuanceerder.

‘Toen wisten ze ons wel ineens te vinden’, zegt Rob Penders niet zonder cynisme. Want de afgelopen maanden is er niemand van de leiding van NAC op de spelersraad afgestapt. Behalve dus die ene keer. In september, toen de club het water aan het lippen stond, werd de spelersgroep gevraagd om een financieel offer te brengen. Van vragen was eigenlijk geen sprake. ‘We móésten het doen, zei de wethouder, anders zou de gemeente haar steun niet verlenen en de stekker eruit gaan’, weet Mark Schenning.

Earnest Stewart verduidelijkt: ‘Niemand was in principe voorstander van de maatregel. De spelers worden zo beboet voor het wanbeleid van de afgelopen jaren, waar wij geen enkele schuld aan hebben. Sterker nog, wij hebben als spelersraad de club vaker gewaarschuwd voor bepaalde stappen, die later veel geld hebben gekost. Maar daar werd toen niet naar geluisterd.’

Er was niet alleen maar onbegrip. Stewart: ‘Goed, op zich hadden we weinig keus. Maar ik heb hier zes jaar gespeeld, Alfred speelt er al vijf. Natuurlijk hebben wij een sterke band met de club en willen we niet dat NAC ten onder gaat. Maar verplaatst je eens in Arne Slot, die pas sinds de zomer hier speelt. In juli tekent hij een contract en krijgt hij te horen alles gezond is en twee maanden later wordt er van hem verlangd dat hij een deel van zijn salaris inlevert. Dat is nogal wat.’

Wat vooral blijkt te steken is de constatering dat iedereen diende in te leveren, maar voorlopig alleen de spelers en de technische staf over de brug zijn gekomen. Supporters zouden meer entree gaan betalen, sponsors zouden een extra donatie doen en ook op kantoor werkt nog 30 man personeel. En ook de banken die mee zouden doen, leunen vooralsnog rustig achterover. Wethouder Janus Oomen doet inmiddels zijn best om externe partijen te overtuigen van de noodzaak van het voortbestaan van NAC, maar de spelers hebben geen idee of daar schot in zit. Er is bewondering voor de wethouder, maar nog kunnen ze kwaad worden om zijn assistent, die voortdurend ‘stom zat te lachen’ toen de spelersgroep het onheilsnieuws werd overgebracht. Stewart: ‘Dat was in elk geval geen Bredanaar. Kwam die vent niet uit Roosendaal?’

‘Misschien dat er na de winterstop weer wat mogelijk is, als er spelers zijn verkocht’, zegt Mark Schenning. Namen noemt hij niet, maar de leden van de spelersraad weten dat het heel goed om een van hen zou kunnen gaan. Rob Penders? Alfred Schreuder? Of Earnest Stewart, die nog het meest openlijk solliciteerde naar een buitenlands avontuur en van wie inmiddels bekend is dat hij inderdaad met een vrije transfer naar Amerika zal vertrekken. Stewart: ‘Nou, verder zie ik niet veel gebeuren deze winter. PSV en Feyenoord zijn Europees al uitgeschakeld, Ajax heeft net weer een fiscale navordering gehad en de rest van de clubs heeft al helemaal geen geld.’

Schreuder: ‘Ik ben blij dat er niet teveel met namen wordt geleurd, dat brengt alleen maar onrust. Als er iets gebeurt, moet het binnen een paar dagen concreet worden en daarna snel afgehandeld worden.’

De spelers hebben afstand gedaan van een percentage van de wedstrijdpremies en van de volledige premies van de eerste twee ronden om de Amstelcup. Schreuder: ‘In totaal voor zo’n 500.000 gulden.’ Daarnaast ziet de spelersgroep af van de inkomsten uit portret- en imagerechten. Schreuder: ‘Zo hebben we boodschappen ingesproken voor de voicemail, waar supporters zich op kunnen abonneren.’ Schenning: ‘Er worden ook van bepaalde spelers posters verkocht, waar we nu niks van krijgen. Van Boussabon heb ik er in ieder geval een gezien.’ Penders: ‘Van jou Alfred is er toch ook een poster gemaakt?’ Schreuder: ‘Is dat zo? Heb ik niet gezien. Die was zeker zo uitverkocht…’

Hoe anders was de situatie voor de spelersraad een jaar geleden onder de door de buitenwacht veel bekritiseerde Roelant Oltmans. De spelersraad had een prima band met de oud-hockeycoach. Schreuder: ‘Een keer per maand hadden we overleg en als raad werden we overal bij betrokken. Over premies spraken we natuurlijk, maar ook over een crèche tijdens de thuiswedstrijden, over de seizoenkaarten die zo verdeeld werden dat de vrouwen bij elkaar kwamen te zitten en over het model van het nieuwe shirt.’ Schenning: ‘De trainer gaf de voorkeur aan een shirt met een V-hals en een kraagje, maar wij wilden het zo simpel mogelijk, met een ronde hals. Daar is toen ook voor gekozen.’

Schreuder: ‘Als je elkaar overal bij betrekt dan krijg je ook meer waardering voor elkaars standpunten. Dat is wat er momenteel aan ontbreekt.’

Een echte rolverdeling binnen de raad is er niet, al wordt Alfred Schreuder als aanvoerder als de feitelijke voorzitter gezien. Ook een beheerder van de boetepot is er niet. Schreuder: ‘Aan een boetesysteem doen we gelukkig niet, dat is zo’n onzin.’ Hoe wordt de discipline dan bewaakt? Wat doet de spelersgroep bijvoorbeeld wanneer er iemand tien minuten te laat komt? Schreuder: ‘Dan zorg je ervoor dat het niet opvalt. Dan mats je elkaar. Je gaat mekaar niet naaien.’ Slot: ‘Iedereen komt wel eens te laat, het is niet zo dat het steeds dezelfden zijn.’Stewart: ‘Voor de training van tien uur moeten we ook al om negen uur op de club zijn. Dan moet je het wel heel bont maken als je dan nog niet op tijd op het trainingsveld staat.’

Het trainingskamp in de winterstop is een van de laatste zaken waar de spelersraad nog invloed op heeft gehad. Schreuder: ‘We konden kiezen tussen Turkije en Suriname. Dat was niet zo moeilijk, want in Turkije was het vorig jaar waardeloos geweest. Suriname is ook leuk voor onze trainer en de jongens in de groep die daar hun roots hebben liggen.’

Daar zal dan ook duidelijk verschaft moeten worden aan de spelersgroep over hoe het nu staat met de afdrachten van de club aan het CFK-fonds, aan wat er gaat gebeuren met de wedstrijdpremie van de derde bekerronde en vooral welke offers de andere partijen inmiddels hebben gedaan. Schenning: ‘Want de wethouder zei dat de stekker eruit zou gaan als niet alle partijen een veer zouden laten. Dat is niet gebeurt en toch zit de stekker er nog in. Gelukkig maar, natuurlijk, maar het is niet correct ten opzichte van de spelers.’