Spelers nuanceren beeld profvoetballer

28 januari 2003

Op een speciale persconferentie te Zeist hebben de spelers van de Centrale Spelersraad maandagavond het bestaande beeld van de Nederlandse profvoetballer trachten te nuanceren. Steeds vaker worden de spelers en hun salarissen aangewezen als de oorzaak van de huidige financiële problemen bij veel clubs. Het korten op bestaande contracten wordt daarbij als de oplossing gepresenteerd.

Ton Kool, CFK-bestuurslid en jarenlang bestuurslid van de Pensioen- & Verzekeringskamer, liet via een presentatie zien wat de spelers in het Nederlandse betaalde voetbal nu werkelijk verdienen. (later meer bijzonderheden over deze presentatie).


Henk Kesler liet namens de KNVB een optimistisch geluid horen. Kesler meende dat de meeste clubs inmiddels op een verstandige manier aan kostensanering doen. De clubs zouden volgens Kesler onder meer nog 20 % op spelerssalarissen moeten bezuinigen om er financieel weer bovenop te komen.

Jeffrey van As (ADO Den Haag) doet zijn verhaal. Links van hem Dick Kooijman

(Go Ahead Eagles), rechts NEC-aanvoerder Danny Hesp.


Dat de spelers bij het tekenen van een nieuw contract in moeten leveren, vindt CSR-voorzitter Theo van Seggelen voorstelbaar, ‘maar bestaande contracten dienen gerespecteerd te worden. Wanneer het principe ‘contract is contract’ niet meer geldt, kunnen ook spelers op ieder moment afscheid nemen van de club. Dat is geen goede zaak.’


Volgens Van Seggelen zijn het niet de spelerssalarissen die clubs in financiële problemen brengen. ‘Er is bij clubs sprake van mismanagement geweest. Clubs hebben bijvoorbeeld gespeculeerd op transferopbrengsten, die vaak uitbleven. Spelers werden aangekocht met het idee dat er wel weer een paar verkocht zouden worden. Nieuwe stadions werden gebouwd, maar straks zijn er geen elftallen meer om in deze stadions te spelen.’


Van Seggelen: ‘Er is gewoon veel meer geld uitgegeven dan er binnenkwam. Het korten op de spelerssalarissen is geen oplossing. Zelfs als de spelers een jaar lang gratis zouden spelen zou het financieringstekort van de meeste clubs niet weggewerkt zijn.’


Vervolgens kwamen ook de spelers aan het woord. Danny Hesp schetste het beeld van de gemiddelde spelerscarrière, Robert Roest sprak over het aantal spelers dat tijdens de carrière voortijdig moet afhaken, Jeffrey van As over de onzekerheid aan het einde van iedere contractperiode en John van den Brom over de periode na de voetballoopbaan.


De mogelijkheid tot het stellen van vragen benutte een van de aanwezige journalisten tenslotte voor het afnemen van een mini-enquête: de aanwezige spelers werd gevraagd of zij bereid waren een deel van hun bestaande salaris in te leveren om de club in financiële moeilijkheden tegemoet te komen. De meningen waren keurig verdeeld. Precies de helft van de aanwezige spelers bleek niet bereid, de andere helft wel. Een uitslag die overeenkomt met een uitgebreidere enquête onder Duitse profvoetballers (zie bericht van 17 januari 2003).