Discussie over de mogelijkheden van een verlaagde aanbieding

9 april 2003

Ter bescherming van de speler is in de CAO bepaald dat een speler met een aflopend, ooit verlengd contract na 31 maart geen lagere aanbieding meer gedaan kan worden. De clubs verenigd in de FBO, maar vreemd genoeg ook spelersbond Proprof, willen deze regel nu alsnog veranderen. VVCS-jurist mr Louis Everard legt uit waarom de huidige regel voldoet en juist gehandhaafd dient te blijven.

Eerst de feiten: clubs dienden een speler met een aflopend contract vóór 31 maart te laten weten of zij met de speler wensten door te gaan.

Als een club een speler met een eerste, aflopend contract vóór 31 maart geen nieuwe aanbieding heeft gedaan dan is er geen enkele band meer tussen speler en club. De club heeft dan na afloop van het contract geen verplichtingen meer aan de speler en de speler kan gaan en staan waar hij wil. Als een club spijt krijgt van haar beslissing en de speler na 31 maart alsnog een aanbieding wil doen, dan kan dat. Ook als deze aanbieding lager is dan het eerste contract.


Om een speler met een verlengd contract te beschermen is in de CAO bepaald dat wanneer een club een speler met een aflopend verlengd contract na 31 maart alsnog een aanbieding wil doen, deze aanbieding tenminste zo hoog moet zijn als het aflopend contract. ‘Rechtsongelijkheid’ roept Ko Andriessen van Proprof nu, in navolging van de FBO die de CAO op dit punt wil herzien.
VVCS-jurist Louis Everard, die namens de VVCS over de CAO onderhandelde, legt uit waarom de bepaling gehandhaafd moet blijven: ‘Rechtsongelijkheid? Nee, juist rechtsbescherming!’

 

  Mr Louis Everard


Louis Everard schetst nog even de situatie zoals die nu bestaat: ‘Clubs dienen voor 31 maart een aflopend contract op te zeggen, de spelers dienen dit te doen vóór 15 mei. Dat is altijd een goede regeling geweest waardoor er voor clubs en spelers voldoende tijd overblijft om zich te richten op een nieuwe situatie.’


Omdat clubs moeten inleveren wordt nu gesteld dat sommige spelers, die met een lagere aanbieding akkoord zouden willen gaan, daar nu niet de kans voor krijgen.


Louis Everard: ‘Ja, er wordt nu net gedaan alsof speler met een aflopend, ooit verlengd contract helemaal geen lagere aanbieding gedaan kan worden. Dat kan wél, alleen moet het voor 31 maart gebeuren. Zodat de speler tijdig weet waar hij aan toe is.‘


Wat is het gevaar om – zoals FBO en Proprof voorstellen – de bepaling in de CAO te herzien?


Everard: ‘Ik vind niet dat je een speler die al jaren bij een club speelt, zelfs al eens zijn contract verlengd heeft, als een uitzendkracht kunt behandelen. Als je zo’n speler een verlaagde aanbieding wilt doen moet dat in elk geval tijdig gebeuren.’


Maar clubs hebben het momenteel heel moeilijk.


Everard: ‘Daar hebben we begrip voor maar dat betekent niet dat maatregelen ten koste van de rechtsbescherming van de spelers moeten gaan. Onder het mom van de financiële crisis gebeuren er nu al veel vreemde dingen.

Kijk wat er bij sommige clubs nu gebeurt. Daar wordt voor 31 maart massaal ontslag aangevraagd voor een groot aantal spelers dat daarna alsnog een verlaagd contract op semiprof-basis krijgt aangeboden. Maar een speler die daarmee akkoord gaat krijgt echt geen WW-uitkering voor de ingeleverde uren. Juist nu dien je als spelersvakbond goed te letten op de rechten van de spelers.’


Er wordt nu gesteld dat de bewuste regel ook in het nadeel van de speler zou zijn. Wie een lager contract zou willen tekenen krijgt daar niet eens de kans voor.


Everard: ‘Ik ben totnogtoe geen enkele naam tegen gekomen van een speler die door de huidige regel gedupeerd zou worden. Er heeft zich ook geen enkele speler bij de VVCS gemeld met het verzoek de huidige maatregel te veranderen. De noodkreet komt mijn inziens vooral uit de hoek van de clubs. Vandaar dat ik ook niets begrijp van het standpunt van Proprof. En nogmaals: clubs die een speler met een verlengd contract een verlaagde aanbieding hebben willen doen hebben hier tot 31 maart de gelegenheid voor gehad.’