Uitspraak zaak-Huizingh: WW- en CFK-uitkering bijten elkaar niet

16 mei 2003

Uitkeringsinstantie Cadans, tegenwoordig UWV, heeft een belangrijke uitspraak gedaan in de zaak-Harris Huizingh: de oud-prof van Veendam, FC Groningen en Heerenveen is ten onrechte gekort op zijn WW-uitkering. Ook een opgelegde boete komt hiermee te vervallen. De uitspraak is belangrijk voor vele honderden ex-profvoetballers die de afgelopen jaren naast hun CFK-uitkering een WW-uitkering ontvingen of nog steeds ontvangen.

Al sinds het begin van de CFK-regeling in 1972 wordt er na het einde van een profvoetbalcarrière naast een uitkering uit het CFK een WW-uitkering verstrekt aan oud-voetballers die werkloos zijn geworden. Totdat in 2002 een ‘oplettende’ beambte in het geval van Harris Huizingh plotseling meende dat het CFK een ouderdomspensioen zou zijn. En ouderdomspensioenen moeten volgens de regel afgetrokken worden van de WW-uitkering.

 

Huizingh, die in de zomer van 2001 zijn carrière eindigde bij SC Heerenveen, werd vanaf dat moment gekort op zijn WW-uitkering, diende een terugvordering van € 15.496,06 te betalen en werd daarnaast ook een boete van € 2.222, 00 opgelegd. Huizingh nam direct contact op met de VVCS voor juridische steun.


VVCS-jurist mr.
Louis Everard en advocaat mr. Wil van Megen stelden een bezwaarschrift samen, dat op 22 april 2003 tijdens een hoorzitting nog eens door Van Megen werd toegelicht. Op 7 mei jl. besloot de UWV (Uitvoering Werknemersverzekeringen) in het geheel tegemoet te komen aan de door Everard en Van Megen namens Harris Huizingh geformuleerde bezwaren.


Zoals de VVCS-jurist en advocaat reeds aangaven kan het zogenaamde overbruggingsfonds uit het CFK-fonds niet als een oudedagsvoorziening worden beschouwd in de zin zoals deze is geformuleerd in artikel 34 van de Werkloosheidswet. Daardoor kan het ook niet in mindering worden gebracht op de WW-uitkering.


Huizingh, die in deeltijd werkt voor de Regiopolitie Groningen, wordt door de uitspraak niet langer gekort op zijn WW-uitkering, hoeft geen terugvordering te betalen en ook de opgelegde boete komt door de uitspraak te vervallen. Ook de kosten van de bezwaarprocedure worden door de UWV vergoed.


Mr. Wil van Megen: ‘De situatie was even heel dreigend, want een negatieve uitspraak zou gevolgen hebben gehad voor honderden oud-profvoetballers. Natuurlijk hadden we het gevoel sterk te staan met ons bezwaarschrift, maar je moet de definitieve uitspraak toch altijd maar afwachten. We zijn heel tevreden dat deze nu in alle opzichten tegemoet komt aan onze bezwaren en de uitkeringsgerechtigde oud-profvoetballers in dit opzicht voortaan niets te vrezen hebben.’