Premieconflict RKC Waalwijk

10 oktober 2003

Het bestuur en de spelers van RKC Waalwijk hebben geen overeenkomst weten te bereiken over de premieregeling voor het lopende seizoen. Het bestuur wees een compromisvoorstel van de selectie af, waarbij de spelers wederom een premieverlaging – dit keer van twintig procent – zouden accepteren. Met de nog drastischere verlaging die het bestuur voorstelde kon de selectie onmogelijk akkoord gaan. De VVCS, die vergeefs bemiddelde, zal nu bij de Arbitragecommissie van de KNVB om een redelijkheidstoetsing vragen.

De afgelopen seizoenen werden de verzoeken tot premieverlaging van het bestuur door de spelers steeds in alle redelijkheid aanvaard. De spelers toonden daarmee begrip voor de veranderde financiële situatie in het betaald voetbal. Dat nu opnieuw een substantieel offer is gevraagd wordt door de spelers als uiterst teleurstellend en niet billijk ervaren.


Iwan Redan (foto: Proshots)

Mr. Louis Everard van de VVCS: ‘Een aantal spelers is nota bene bij de contractonderhandelingen juist voorgehouden dat zij hun salaris bij goede prestaties substantieel zouden kunnen aanvullen middels de toen geldende, veel hogere, premies.’

Ook aan nieuwe spelers werd niet gemeld dat zij rekening dienden te houden met een substantiële verlaging van de premies. Everard: ‘Om die redenen hebben we dan ook alle begrip voor de teleurstelling van de spelers.’

Niettemin hebben de spelers zich akkoord verklaard met een nieuwe verlaging van de premies met twintig procent. Dit gebaar gaat het bestuur kennelijk nog niet ver genoeg. Daarbij wil RKC Waalwijk de collectieve premieregeling veranderen in een individuele regeling die gekoppeld is aan de inkomens. De spelers wensen echter vast te houden aan een collectieve premieregeling.

Vandaag is een laatste poging om een compromis te bereiken op niets uitgelopen. De VVCS zal daarom een verzoek indienen bij de Arbitragecommissie van de KNVB om een redelijkheidstoetsing te laten doen.

Everard: ‘Op zich is dat nieuw, maar we zien de uitkomst daarvan met vertrouwen tegemoet. Zeker gezien de teksten van de individuele spelerscontracten. Daarin staat dat jaarlijks overeenstemming dient te worden bereikt over de premies. Als de club dan een voorstel tot een verlaging van twintig procent afwijst, kan de oorzaak voor het niet bereiken van zo’n overeenstemming toch moeilijk bij de spelers gelegd worden.’