Eddy Putter: ‘Volgend seizoen moet het gebeuren’

11 februari 2004

Eddy Putter gaat volgend seizoen op zoek naar de waarheid. De 21-jarige spits, tot de zomer door RKC uitgeleend aan Volendam, spoedt zich medio 2004 terug naar Waalwijk. ‘Ik heb in principe dan nog een contract van twee jaar. In die tijd moet het gebeuren. Ik moet dan wel zijn doorgebroken. Ik wil in elk geval een vaste keuze zijn in het eerste en minimaal twintig wedstrijden in de basis staan.’

De carrière van zondagskind Eddy Putter kantelde in het begin van de voorgaande competitie (2002 – 2003). De voorspoed verkeerde plotsklaps in tegenslag. Een vrij onbekend fenomeen voor de geboren aanvaller uit Akersloot. ‘Het is altijd hosanna geweest’, zo vat vader John Putter de loopbaan van zijn tweede zoon tot dat keerpunt bondig samen.

Als pupil liep Eddy Putter beduidend voor op zijn leeftijdgenoten. Vader John Putter bereikte zelf het eerste elftal van Meervogels ’31. Zij het beperkt tot twee hele wedstrijden en een vergeten aantal invalbeurten. Hij loerde jaren in de spits op doelpunten en gaf die gave en het instinct door aan zijn zoon. ‘Ik zat in de horeca. Dan moet je wel eens in het weekeinde werken. Mede daardoor ben ik op een bepaald niveau blijven steken.’

Vanzelfsprekend meldde de vijfjarige Eddy Putter (7 januari 1982, Akersloot) zich op de training van het lokale Meervogels ’31. Meestal bracht moeder Marianne Putter of soms vader John hem op de fiets naar de op één kilometer gelegen accommodatie. Ook de twee jongere zussen moesten regelmatig mee, want moeder Marianne kon de peuters onmogelijk alleen thuis laten. De oudste zoon Johan (anderhalf jaar ouder dan Eddy) completeerde het gezin met vier kinderen. Johan bekeerde zich aanvankelijk even gedreven tot het voetbal, speelde nog wel even samen met zijn jongere broertje maar nam de sport iets te weinig serieus en stapte uiteindelijk af van de tandem.

Al vroeg ontplooide Eddy Putter zich als een ras-aanvaller. ‘Hij stond altijd voorin. Hij was vlug en behendig. Hij scoorde ook makkelijk. Het was altijd een lust om naar hem te kijken. Anderen zeiden toen al dat hij talent had. Hij stak er bovenuit, dat zie je zelf ook wel. Aan betaald voetbal dachten we geen moment. Hij was jonger dan de rest, omdat hij van meet af aan in een hoger elftal werd ingedeeld’, zo herinnert vader John Putter zich de eerste prestaties van zoonlief op de grassprieten.

Op illegale wijze debuteerde Eddy Putter in het Noord-Hollands elftal. Hij was pas negen en had in feite nog twee jaar moeten toekijken. Volgens vader John werd simpel verzuimd naar zijn leeftijd te vragen. De immer actieve scouts van de clubs uit het profvoetbal maalden niet om het administratieve foutje. Enthousiast gaven ze zijn naam door aan zowel AZ als Volendam. ‘Bij AZ zou hij bij zijn club moeten blijven en dan één keer in de week meetrainen in Alkmaar. Bij Volendam kon hij direct helemaal overstappen. De jeugd daar staat goed aangeschreven, het barst er van het talent’, aldus de toelichting van vader John voor de duidelijke voorkeur van Eddy Putter voor Volendam, veel minder dichtbij dan AZ.

De switch naar Volendam baarde om meerdere redenen opzien. Eddy Putter uit Akersloot trad als buitenstaander (ofwel een ‘jas’ in de plaatselijke volksmond) toe tot de C-jeugd van dit in alle opzichten bijzondere dorp. Dat was begin jaren negentig nog niet eerder vertoond. In zijn bezienswaardige Lada tufte vader John drie keer in de week trouw naar de dijk, waar de kenners van het voetbal de ‘indringers’ spontaan verwelkomden en accepteerden. ‘We reden om vier uur ’s middags weg. Vaak at Eddy in de auto. Er zou door Volendam een busje worden geregeld, maar dat busje is nooit gekomen. Zo is dat steeds gegaan, tot hij zelf zijn rijbewijs haalde.’ De aanvulling van moeder Marianne: ‘Het klinkt allemaal zo mooi. We hebben het ook met alle liefde en plezier voor Eddy gedaan. Maar na zijn veertiende jaar hebben we bijna nooit meer samen gegeten. De twee meisjes hebben dat niet leuk gevonden en heel wat afgemopperd.’ Eén van de zussen, Monique, proefde even van het voetbal maar had uiteindelijk meer trek in handbal.

De B-junioren van Volendam in 1996, met in de bovenste rij (vier devan rechts) Eddy Putter. Ook Ruud Kras, Brian Tevreden en Ronald Breinburg zijn te herkennen in deze selectie.

In Volendam doorliep Eddy Putter met succes de opleiding. Veelal in de spits, een tijdje op tien zoals hij dat zelf aanduidt en waarmee hij overigens de positie van schaduwspits bedoelt. Per seizoen produceerde hij een gemiddelde van zo’n vijftien treffers, wat Volendam beloonde met een (vierjarig) koelkastcontract. Een nieuwtje bij de club, waarbij Arnold Oosterveer van Soccer Vision de nog weinig ingewijde belofte bijstond als goed ingevoerde begeleider. ‘Op zo’n ogenblik raakt alles een beetje in een stroomversnelling en krijg je voor het eerst het idee dat Eddy het profvoetbal kan halen’, bekent vader John Putter.

Het eerste contract voorzag de 16-jarige schutter in de dop ook van zijn eerste leaseauto. Vader John ontfermde zich over de aanwinst en toerde niet langer in de Lada naar Volendam. ‘Het was altijd gezellig bij Volendam. De training duurde meestal twee uur. Die bracht ik door met een beetje slap ouwehoeren, koffie drinken en zelf een uur rondjes lopen langs het veld, om in conditie te blijven. Moeder bleef thuis om voor de drie kinderen te zorgen’, zo amuseerde vader John Putter zich opperbest met de pendeltochtjes van Akersloot naar de boorden van het IJsselmeer.

Na de A-1 sloeg Eddy Putter het tweede team over. Volendam had Henk Wisman als trainer aangesteld. In de voorbereiding op het seizoen 2000-2001 nam hij ook de 18-jarige neo-prof op in de A-selectie. De kennismaking met het milieu in de eerste divisie smaakte verrukkelijk: debuut uit tegen VVV, in totaal 29 wedstrijden, negen goals. Eddy Putter tobde kortstondig met de lies en een gebroken pols maar noteerde zijn eerste jaar als geslaagd. Halverwege het tweede seizoen in het ‘andere oranje’, na nog eens zeventien duels en drie doelpunten, had de technisch begaafde aanvaller de belangstelling gewekt van verschillende clubs. RKC, AZ, Heerenveen, FC Utrecht en Twente hoopten één voor één op zijn ja-woord . ‘Voor mij ging de keuze tussen Heerenveen en RKC. RKC sprak me gelijk iets meer aan. Daar breekt een hoop talent door. Dat heeft zeker te maken met trainer Martin Jol. Bij Heerenveen moest ik volgens het verhaal van Foppe de Haan eerst wennen’, aldus de uitleg van Eddy Putter voor zijn transfer naar Waalwijk. Opnieuw werd hij gesouffleerd door Arnold Oosterveer.

Ook bij RKC honoreerde hij, aanvankelijk, de verwachtingen. Veertien wedstrijden, toch slechts één treffer. Dat laatste vatte Martin Jol klaarblijkelijk op als een tekortkoming. Voor het eerste volledige seizoen in Brabant presenteerde de trainer hem alsnog de rekening. Eddy Putter fungeerde min of meer als reserve-spits, achter het koppel Rick Hoogendorp en Jochen Janssen. ‘Ik had een aardige voorbereiding. Als je goed genoeg bent, speel je altijd. Kennelijk was dat niet het geval met mij. Later heb ik aan de trainer de reden gevraagd. Volgens Jol had ik meer moeten scoren’, verklaart Eddy Putter, die toch nog achttien keer meedeed in de eredivisie. Met wederom een schamel aantal doelpunten: slechts twee. ‘Het eerste halve jaar zijn we steeds meegegaan naar de wedstrijden van RKC. Daarna veel minder. Het kostte ons, heen en terug, drie uur om naar Waalwijk te rijden. Als Eddy niet in de basis stond, had het voor ons weinig zin de hele afstand af te leggen’, zo braken de ouders met een gekoesterde traditie.

Tegenspoed leidde ook het huidige seizoen in. Tijdens de vakantie in de Ardennen tuimelde Eddy Putter van de mountainbike en brak daarbij een sleutelbeen. Dat doorkruiste de voorbereiding en inspireerde Volendam uiteindelijk tot de poging de ontgoochelde bankzitter van RKC terug te lokken naar de oude stek. De tweede wedstrijd, thuis tegen FC Groningen, trapte hij af voor zijn vroegere club en bouwde met een goal mee aan de verrassende zege van de promovendus in de hoogste klasse. ‘Ik was zeker niet naar Volendam teruggegaan, als het nog in de eerste divisie had gespeeld. Ik heb voor RKC gekozen om een stapje hogerop te maken. Dat is nog steeds de bedoeling’ aldus de huurling van Volendam, overigens langdurig uitgeschakeld door letsel aan de binnenband van de rechterknie en al weken naar Zeist verbannen voor de revalidatie bij de KNVB.

‘De carrière verloopt niet zoals we hadden gehoopt’, stelt vader John Putter nuchter en onomwonden vast. ‘Eddy is een hele technische voetballer, die zijn doelpunten wel meepikt. Maar hij is geen killer zoals bij voorbeeld Kezman. Als een ander er beter voorstaat, geeft hij de bal aan hem af. Hij is een heel ander type dan Hoogendorp. Die kijkt niet en gaat altijd voor een eigen doelpunt. Dat opportunisme ontbreekt bij Eddy’, aldus de gezonde analyse van vader John Putter. En de zelfkennis van Eddy Putter: ‘Ik mis scorend vermogen. Mogelijk is de plaats van nummer tien beter voor mij. Ik rendeer denkelijk beter als hangende spits. Volendam heeft me niet alleen voor de doelpunten teruggehaald, maar ook vanwege mijn ervaring en vooral omdat ik voorin een bal kan vasthouden.’

De hele familie Putter blijft optimistisch geloven in de doorbraak van Eddy. Het bemoedigende verleden, waarin hij vanaf het nationale elftal onder vijftien steeds weer opdook in de selecties van vertegenwoordigende ploegen, laat zich niet verloochenen. ‘Ik verwacht dat hij het in de subtop zal redden. De potentie is aanwezig. Door gebrek aan geld worden de elftallen wel steeds jonger. Het zal in de komende jaren moeten gebeuren’, zo hebben vader John en moeder Marianne Putter nog immer het volste vertrouwen in het welslagen van de jongste zoon. ‘Het is nog steeds leuk. Maar dan moet ik wel spelen’, realiseert Eddy Putter zich heel bewust de ernst van zijn stagnerende loopbaan in het betaalde voetbal.