Ode Thompson en Mamadou Zongo en de geweigerde wissel in blessuretijd: het lijkt een nieuw fenomeen. Voorbeelden van verwende spelers? Of juist machteloze demonstraties van ongevoelige coaches? De VVCS zet de zin en onzin van de spelerswissel in blessuretijd op een rij.
De eerste kritiek was te horen na de interland Nederland – Frankrijk op 31 maart van dit jaar. Bondscoach Dick Advocaat besloot in blessuretijd Andy van der Meyde te wisselen voor Paul Bosvelt. De routinier van Manchester City kwam het veld in, rende wat heen en weer zonder aan de bal te komen, hoorde de scheidsrechter affluiten en kon beginnen aan het ritueel van handje schudden en shirtje ruilen: ‘Bedankt voor de fijne wedstrijd!’
Advocaat kreeg na afloop de vraag gesteld waarom hij Bosvelt nog aan die nutteloze en daardoor tamelijk vernederende wissel had blootgesteld. Advocaat antwoordde dat Bosvelt er toch echt geen problemen mee had gehad.
Misschien jokte de bondscoach niet eens. Het scheelt toch weer een interland achter je naam en dat klinkt altijd leuk voor later. Het aantal interlands kan aan het eind van je carrière zelfs nog van belang zijn, want zaken als vrijkaartjes voor de rest van je leven en zelfs toelating tot speciale trainerscursussen zijn gekoppeld aan het interlands dat je gespeeld hebt.
Zo had ook Martin Keown er geen problemen mee dat Arsène Wenger hem de laatste wedstrijden steeds pas in blessuretijd inbracht. Want Keown heeft volgens de reglementen van de FA pas recht op de kampioenschapmedaille als hij dit seizoen tenminste 10 competitiewedstrijden achter zijn naam heeft staan.
Mamadou Zongo in duel met Maxwell (Proshots)
Geen protesten dus van Bosvelt en Keown, maar het fenomeen van wisselen in blessuretijd was in elk geval opgemerkt. Echt op de kaart stond het verschijnsel pas na de recente weigeringen van eerst Ode Thompson bij RBC Roosendaal en kort daarna Mamadou Zongo bij Vitesse.
RBC-trainer Maaskant vroeg zich na afloop van het duel tegen Ajax in een weinig fijnzinnige reactie voor de camera’s af hoe Thompson het in zijn domme kop had gehaald om zijn bevelen te weigeren. Thompson werd per direct op non-actief gesteld.
Ook Vitesse-trainer Sturing liet weten geen enkel begrip te hebben voor de weigering van Zongo en zette hem voor onbepaalde tijd buiten de selectie. Al gaf Sturing toe dat Zongo normaalgesproken een teamspeler met een voorbeeldige instelling was.
Jan Mulder hield op TV echter een vurig pleidooi voor Thompson en Zongo en vroeg zich juist af hoe Maaskant in het in zijn ‘domme kop’ haalde om zijn speler aan zo’n absurde wissel te onderwerpen. Mulder stelde zelfs voor dat er voortaan vanaf een kwartier voor het einde van de wedstrijd niet meer gewisseld zou mogen worden. En Dennis de Nooijer opende zijn column in de Provinciale Zeeuwsche Courant met de woorden: ‘Voetballers die weigeren om één minuut voor tijd nog in te vallen. Ik mag dat wel. Eindelijk wordt er eens een signaal afgegeven.’
Stonden de spelers in hun recht, zoals Mulder en De Nooijer meenden? Nee, uiteraard niet. De coach bepaalt nu eenmaal de opstelling en de wissels.
Maar dat wil niet zeggen dat de trainers op de meest onzinnige momenten van dit recht gebruik dienen te maken. Door de incidenten van de afgelopen weken zijn de trainers hopelijk gaan beseffen dat ze met hun nutteloze wissels in blessuretijd niet alleen de spelers maar ook zichzelf voor schut zetten. Als dat de les van de afgelopen weken zou zijn dan hebben de ‘wisselincidenten’ mogelijk toch nog een positief effect gehad.
Het afgelopen weekend waagde zich in elk geval geen trainer meer aan de wissel in blessuretijd. De laatste wissel vond plaats in Utrecht waar Groningen-trainer Ron Jans in de 86ste minuut Kristian Westerveld inbracht. De 20-jarige Westerveld zal er geen problemen mee hebben gehad: het was zijn officiële debuut in het betaald voetbal.