Kameroen nieuw lid van FIFPro

2 februari 2001

FIFPro groeit in hoog tempo uit tot een werkelijk mondiale bond voor spelersorganisaties. Op het laatste congres in Rome konden weer drie nieuwe landen verwelkomd worden. Naast de spelersorganisaties van Oekraine en Algerije is nu ook Kameroen lid van FIFPro.
De spelersorganisatie van Kameroen werd op het FIFPro-congres in Rome vertegenwoordigd door zijn president David Mayebi, een grootheid in het Afrikaanse voetbal. Mayebi speelde in negen jaar 65 interlands voor de ‘ontembare leeuwen’ en won met zijn club Union Douala zowel de Afrika Cup voor landskampioenen als de cup die voor bekerwinnaars. Mayebi, die samenspeelde met bekende namen als Nkono, Bell en Milla, zette in 1983 een punt achter zijn carrière. Mayebi: ‘Ik vertrok naar Europa waar ik in Vichy en Keulen sportacademies volgde. Eenmaal terug in Kameroen was ik eerst trainer en later president van Union Douala.’
Pas na zijn actieve loopbaan werd Mayebi zich bewust van de kwetsbare positie van voetballers: ‘Toen ik speelde had ik er geen oog voor. Nu pas zag ik bijvoorbeeld dat het onverantwoord was dat spelers onverzekerd speelden. Spelers die geblesseerd raakten vielen terug in armoede. Spelers hadden geen status, geen contract, geen carriereplan. Er was geen enkele begeleiding, niemand vertelde ze hoe een serieuze speler moet leven. Onze voetballers verdienden wel geld, maar waren absoluut niet professioneel.’
In 1995 richtte Mayebi zelf de spelersvakbond op. ‘Er was geen geld, dus ik heb zelf samen met een kleine sponsor de middelen verschaft. Ik was al tijdens mijn voetbalcarriere topmanager bij een bank, dus ik heb het financieel goed. Maar belangrijker is dat ik een geweldige passie voor voetbal voel en er alles voor over heb om het voetbal in Kameroen op een hoger plan te krijgen.’
Een van de problemen waar Mayebi dagelijks mee te maken krijgt is de exodus van jonge Afrikaanse spelers naar Europa. Mayebi: ‘De toppers redden het, maar een groot deel slaagt niet en raakt diep in de ellende. Daar moeten we eind aan maken. We hebben het nu zo georganiseerd dat de vakbond en de federatie eerst toestemming moeten geven voordat een jonge speler naar het buitenland vertrekken.’
Mits goed geregeld is Mayebi overigens geen tegenstander van buitenlandse transfers. Zijn eigen zoon speelt – 14 jaar oud – als keeper bij de jeugd van het Franse Metz. ‘Een bevriende manager vroeg me of hij drie weken op proef mocht komen. Na een week proeftijd belde hij me al op dat hij zoveel talent had dat hij zou mogen blijven. Ik heb natuurlijk wel voorwaarden gesteld. Zijn schoolopleiding moet voorop staan. Nu zie ik het als een gunstige ontwikkeling: hij volgt serieus onderwijs en maakt bovendien deel uit van een geweldig opleidingsinstituut. In Kameroen zou hij alleen maar lol gemaakt hebben.’

Het lidmaatschap van FIFPro is een belangrijke erkenning voor de spelersvakbond van het sterkste land van Afrika. Kameroen was vanaf 1982 vier keer op het WK vertegenwoordigd en beleefde een hoogtepunt op de Spelen van Sydney waar sensationeel het goud gepakt werd. Mayebi: ‘Voetbal moet nu erkend worden als een volwaardig beroep. We horen bij de top. Vierendertig Kameroenese spelers spelen bij de grootste clubs van Europa. Zij zijn een voorbeeld voor de jonge spelers in Afrika. Die moeten nu niet als vroeger aan hun lot overgelaten worden, maar een kader aangeboden krijgen waarin hun talenten op professionele wijze kan rijpen. Ik kan die boodschap als oud-international, oud-trainer en oud-president het beste uitdragen. Belangrijk is dat we bij de regering en de voetbalbond erkend worden. Dat lukt gelukkig goed: ik ben al op bezoek geweest bij onze president en acht maanden geleden ben ik bovendien gekozen tot vice-president van de voetbalbond.’
President van de spelersvakbond en vice-president van de voetbalbond, het is een voor Europa ondenkbare situatie: maar Mayebi verzekert dat het prima samengaat. ‘Zo is de president van de grootste club van het land, Yaoundé, nu ook de vice-president van mijn vakbond. Op deze wijze is er voortdurend overleg en is iedereen op alle niveau’s bij belangrijke beslissingen betrokken. Maak je geen zorgen, dat gaat heel goed.’