In het vierde en laatste deel van deze serie bespreekt Jaap Uilenberg het snel nemen van een vrije trap en het toekennen van blessuretijd.
Bij het snel nemen van een vrije trap maakt Uilenberg onderscheid tussen een vrije trap in een aanvallende situatie en in een verdedigende situatie. Uilenberg: ‘Een vrije trap op de helft van de tegenstander mag direct genomen worden, indien de bal stil ligt én op de juiste plaats ligt. Als er een vrije trap op de eigen helft wordt genomen, mag de bal rollen en is de exacte plek niet van belang, zolang de tegenpartij hier geen nadeel van ondervindt.’
Scheidsrechter Luinge in conclaaf met Danny Blind tijdens Roda JC – Ajax
Uilenberg: ‘Een vrije trap mag niet meteen genomen worden als een scheidsrechter een gele kaart wil geven of de muur op verzoek van de aanvallende partij op 9.15 m. zet. In die situaties mag het spel pas hervat worden als de scheidsrechter heeft gefloten.’
Op de vraag wie bepaalt hoeveel blessuretijd er wordt toegekend, is Uilenberg duidelijk: ‘Dat doet de scheidsrechter en zijn horloge is bepalend. Hij hoeft zich dus niet te houden aan de door de vierde official aangegeven tijd.’
Het voorbeeld Roelof Luinge uit de wedstrijd Roda JC – Ajax van vorig seizoen wordt aangehaald. Luinge liet Roda toen in de blessuretijd een hoekschop nemen. Toen die aanval werd afgeslagen en Ajax in de daarop volgende counter op de Roda-keeper kon aflopen, floot Luinge voor de rust. Uilenberg: ‘Luinge had gelijk, want tijd is tijd. Of het handig was om die corner nog te laten nemen is een andere vraag?’
Uilenberg heeft alle BVO’s aangeboden om dezelfde presentatie voor de spelersgroepen te komen houden. Slechts zestien van de 39 BVO’s reageerden positief op dit aanbod, hetgeen volgens de scheidsrechtersbaas teleurstellend genoemd mag worden.
VVCS-voorzitter Danny Hesp vond de presentatie van de nieuwe richtlijnen in ieder geval zeer leerzaam: ‘Als voetbalvakbond vinden we het belangrijk om op de hoogte te zijn van de nieuwe richtlijnen op het gebied van arbitrage. Ik zal zeker een aantal punten uit deze presentatie meenemen tijdens mijn bezoeken aan de spelersgroepen.’