CSR tegen sportieve sancties

20 februari 2001

De CSR is in Utrecht bijeengekomen om de laatste ontwikkelingen rond de nieuwe transferregeling te bespreken. Daarbij was het nieuwe CSR-lid John van den Brom voor het eerst aanwezig.

Marc van Hintum (Vitesse), Mariano Bombarda (Willem II), Theo Mighelsen (Emmen) en het nieuwe CSR-lid John van den Brom (De Graafschap) hebben in de CSR de laatste ontwikkelingen rond het nieuwe transfersysteem besproken. Duidelijk was dat de Centrale Spelersraad zich faliekant tegen het middel van sportieve sancties uitsprak.

In het voorstel van de FIFA aan de Europese Commissie kunnen spelers die voortijdig hun contract verbreken een sportieve sanctie opgelegd krijgen, die bestaat uit een schorsing van zes maanden of een jaar.

In het plan van de mondiale spelersvakbond FIFPro kunnen spelers de eerste twaalf maanden van de verbintenis hun contract onder geen enkele voorwaarde verbreken. Daarna zou een verbreking van het contract tegen economische sancties mogelijk moeten zijn.
Die economische sancties zouden voor spelers onder de 23 jaar ontmoedigend hoog zijn bij een verbreking tussen maand 12 en 36 en bij spelers boven de 23 jaar tussen maand 12 en 24.
De economische sancties bij een verbreking na die 36 (bij spelers onder de 23 jaar) of 24 maanden (bij spelers boven de 23 jaar) zouden gerelateerd moeten zijn aan de restwaarde van het contract.

Met dergelijke beperkingen kan de CSR leven. Sportieve sancties echter zijn geheel in strijd met de opvattingen van de CSR.

De Europese Commissie heeft aangegeven dat het zich op 7 maart a.s. definitief uitspreekt over een nieuwe transferregeling.