Almere City is een van de revelaties van dit seizoen. Na een moeizame start ontwikkelde deze Eredivisiedebutant zich van gedoodverfde degradatiekandidaat tot een geslepen vechtmachine. Met aan de knoppen hoofdtrainer Alex Pastoor (57) die in Almere een ‘aangename prestatiesfeer’ heeft zien ontstaan.
Door Rick van Leeuwen
‘Ik zit in mijn rijdende kantoor’, zegt Alex, die zichzelf een rustige chauffeur noemt, op weg naar huis, in de kop van Noord-Holland, op iets meer dan een uur rijden van de club. Het is vrijdagmiddag vier uur. Morgen staat de uitwedstrijd tegen PEC Zwolle op het programma. Een competitieduel dat Almere City met 1-0 zal winnen, waardoor De Zwarte Schapen opschuiven naar de 11de positie, nog maar twee punten verwijderd van het linker-rijtje.
Afspiegeling
Alex Pastoor beschrijft tot in detail de werkdag die hij achter de rug heeft, van het ontbijt met zijn staf en het kaarten van de spelers tot het bezoek van buitenlandse gasten en de presentatie van het game plan. ‘Dat is nooit een heel spectaculair verhaal, omdat het altijd inhaakt op waar we elke week en dus elke wedstrijd mee bezig zijn.’
De laatste training is de minst gecompliceerde in de week, is van korte duur en vooral gebaseerd op een klein aantal explosieve acties en reactievormen. ‘En we spelen dan een klein toernooitje met vaak drie teams, alles kort en fel. Op die manier bereiden we ons fysiek, mentaal en tactisch zo goed mogelijk voor op de wedstrijd. Zo’n dag als vandaag is verder niks anders dan een bevestiging van het werk dat we hebben verricht.’
De wedstrijdvoorbereiding moet volgens Alex vooral een afspiegeling zijn van een heel seizoen, even los van de namen en veldbezetting. ‘De ontwikkeling van het team en elk individu binnen dat team begint op de eerste trainingsdag en stopt, als het goed is, na de laatste werkdag. Omdat we aan teamsport doen, moeten we elkaar allemaal proberen te versterken en te helpen, zodat de uitkomst uiteindelijk groter is dan de som der delen. Of je nou de fysiotherapeut bent, de videoanalist, de rechtsback of de spits.’
Vorm boven inhoud
Houding is een woord dat vaak terugkeert in interviews met Alex Pastoor. ‘Dat begint met hele normale, dagelijkse dingen. Gedag zeggen bij het ontbijt en elkaar vragen hoe het gaat. Bij ons kaarten ze ook. En ze ouwehoeren over voetbal, godzijdank.’ Houding betekent ook dat spelers hun werk doen in de ‘gym’, wat niet iedereen gewend is. ‘Sommigen moeten we erop wijzen, anderen moesten we daar in het begin echt met de haren bijslepen. Een paar aanjagers heeft de rest aangestoken en iedereen ziet nu dat we daar beter van presteren.’
Alleen maar doen wat er gezegd wordt en alleen op het moment dat de trainer kijkt, draagt volgens Alex niet bij aan betere prestaties van het team. ‘En ook niet aan de ontwikkeling van je eigen carrière. En daarin geef ik als trainer voorbeelden, wijs ik mensen terecht en prijs ik de jongens die een voorbeeldrol vervullen. Ik laat ook weleens een fragment zien uit een interview van een speler die zich een weg naar de top heeft gevochten. En momenten uit wedstrijden, waarin teams uitblonken als team. Zoals FK Bodø/Glimt in de Arena tegen Ajax. Dat was echt ultiem teamwerk.”
Alex benadrukt dat die houding niet van de ene op de andere dag ontstaat. ‘Dat is bij ons in de loop van het seizoen steeds beter geworden. Ik vind vorm in die zin ook belangrijker dan inhoud. Met vorm bedoel ik dan houding en gedrag. Ik denk namelijk dat die inhoud zich tien keer zo snel ontwikkelt wanneer die houding en gedrag optimaal zijn; ieder voor zichzelf, maar zeker ten opzichte van elkaar.’
‘We bouwen bij Almere City aan een cultuur die hopelijk nog lang blijft bestaan.’
Onbewust bekwamen
Hij noemt zichzelf ‘slechts een helper’ die zijn spelers wanneer nodig bij de hand neemt. ‘Uiteindelijk moeten spelers toch hun eigen beslissingen nemen. Ik kan ze helpen om op korte termijn succes te boeken met dit team. Maar ik wil ook dat ze goed functioneren in hun volgende team, onder hele andere omstandigheden, bijvoorbeeld met een trainer die heel anders in elkaar zit dan ik. Dat is een proces wat spelers zelf niet of nauwelijks in de gaten hebben en waarbij ik ze probeer onbewust te bekwamen.’
En hij niet alleen. Alex Pastoor beschikt over een veelzijdige staf, met daarin ook een klinisch psycholoog, Annemieke Zijerveld, die hij nog kent uit zijn tijd bij Sparta en die bij wedstrijden zelfs op de bank zit. ‘Deze begeleiding bevalt iedereen heel goed. Haar werk is geïntegreerd in ons trainingsprogramma, net zoals de trainingen op het veld en in de gym. Iedereen vindt dat normaal. Dat proces van normalisering is heel snel gegaan, omdat zij vast onderdeel is van ons team en niet alleen langskomt als er stront aan de knikker is. Individuele gesprekken behoren tot het standaardprogramma. Een gesprek vindt plaats op zowel het initiatief van de speler als van Annemieke.’
En zo komt alles weer uit op de meerwaarde van zelfwerkzaamheid. ‘Dat is niet alleen schitterend voor hun individuele ontwikkeling en daarmee voor de rest van hun carrière, maar draagt natuurlijk ook bij aan het teamgevoel, aan de teamprestatie die wij elke dag willen neerzetten. Op die manier halen we succes op de korte termijn en bouwen we echt aan een cultuur die hopelijk, wanneer wij al lang en breed zijn vertrokken, nog lang blijft bestaan. Dat was ook een van mijn opdrachten toen ik hier in december 2022 werd aangesteld.’
Nog nergens zo prettig gewerkt
Alex bekent dat Almere City een veel mooiere en leukere club is dan hij vooraf had verwacht. Sterker nog, hij heeft nog nergens zo prettig gewerkt als bij Almere City. ‘Een groot voordeel van zo’n jonge club is dat ik als trainer niet te maken heb met een vijfde en zesde kolonne die bij elk wissewasje hun vinger willen opsteken. Een groot voordeel ten opzichte van ál mijn andere voormalige werkgevers zijn bovendien alle korte, directe, duidelijke en niet-kleinzielige lijntjes. Dat is heel prettig werken. Ik vind Almere trouwens ook veel leuker dan ik dacht. En als ik zie hoe de promotie van vorig jaar bijdraagt aan de identiteitsvorming van de stad Almere, vervult me dat met grote trots.’
‘Voor mij is het belangrijkste om mezelf te blijven.’
Dromen over een grotere club, een topclub misschien wel, doet de oud-trainer van onder meer Excelsior, Sparta en NEC niet. Dromen over grotere stadions wel, maar dan staat hij zelf op het veld. ‘Dat ik daar voetbal. Om maar aan te geven hoeveel passie ik heb voor voetbal, hoe diep voetbal in mij zit en hoeveel leuker ik het vak van voetballer vond en vind dan trainer zijn.’
Op dit punt in zijn carrière maakt hij zich ook niet druk over wat de toekomst brengt. ‘Ik zie wel wat er gebeurt. Voor mij is het belangrijkste om mezelf te blijven. Ik ben altijd open en eerlijk geweest, heb altijd met open vizier mensen benaderd, nooit met een dubbele agenda. Ik ben altijd onafhankelijk gebleven en heb zowel buiten als op het veld nooit een beslissing genomen om bijvoorbeeld bestuursleden, directieleden of zaakwaarnemers te pleasen. Die manier van leven, denken en werken geeft mij ongelooflijk veel vrijheid. Ik zou ook best graag nog eens directiechauffeur willen worden. Of bekende buitenlanders in de rondte rijden als ze een keer in Nederland zijn, dan zet ik lekker het muziekje op dat ze willen horen en ga ik met ze in gesprek. Dat lijkt me geweldig.’
Met open vizier
In zekere zin is Alex Pastoor die weg al een beetje ingeslagen. Samen met co-host Bruno Bobbink bezoekt hij op structurele basis bekende (oud-)coaches om voor hun podcast Met open vizier te praten over alles wat het trainersvak behelst, dus ook de impact ervan op hen als mens. ‘Je wordt als mens geboren en niet als voetballer of trainer. En het trainersvak doet altijd wat met jou, als persoon, en met je gezin. Het gaat dan ook niet alleen maar over voetbal, maar de rode draad in de gesprekken is wel passie voor het vak. Ik haal ontzettend veel energie en voldoening uit deze gesprekken. Het mooie is ook dat ik met de trainers die ik nog langs de lijn tegenkom meteen een veel betere band krijg.’
In de afgelopen jaren sprak Alex voor zijn podcast tientallen bekende namen, van gepensioneerde trainers als Guus Hiddink en Huub Stevens tot de voetbaltrainers van nu, zoals Arne Slot, Kees van Wonderen en Michael Reiziger, en ook enkele coaches uit andere takken van sport, Ton Boot en Merijn Zeeman. Als er één aflevering is die hij iedereen aanraadt, is dat de allereerste, met Foppe de Haan. ‘Die duurt ook het langst’, zegt hij lachend. ‘Maar hierin komt alles samen. Foppe was mijn cursusleider en trainer. Zo veel visie. Op voetbalinhoud, bouwen aan structureel succes. Maar vooral, en daar komt-ie weer: passie!’
‘Je wordt als mens geboren en niet als voetballer of trainer.’
Sir Alex
Zijn droomgast van Neerlandse bodem is Louis van Gaal. ‘Een prachtig voorbeeld voor alle trainers in Nederland. Was eigenlijk overal de eerste in. Echt iemand die een onwaarschijnlijke verdiepingsslag aan dit vak heeft gegeven.’ Als hij nog grootser mag dromen, zou hij graag Sir Alex Ferguson spreken. ‘Het is natuurlijk uniek dat hij zo lang manager is geweest van Manchester United. Maar het belangrijkste voor mij dat hij daar een cultuur heeft gecreëerd waarin het niet alleen gaat om winnen, maar om structureel winnen. Een cultuur waarin je van spelers en stafleden houdt en zakelijk bent, omdat het uiteindelijk gaat om de club. Dat past ook heel erg bij mij. En, laten we eerlijk zijn, Sir Alex klinkt natuurlijk mooi!’