Alex Pastoor streeft als trainer ook bij Sparta naar duurzaam presteren

14 april 2016

 


Alex Pastoor;
‘De Rotterdamse mentaliteit spreekt me aan’ en ‘Promoveren om in de eredivisie te blijven’

 

Door Lex Muller

Alex Pastoor heeft een magische klik met Rotterdam. ‘De mentaliteit in Rotterdam spreekt me zeer goed aan. Wat dat betreft kan ik hier prima werken’, zo looft de 49-jarige Amsterdammer, sinds 1 januari 2015 trainer van Sparta, het klimaat en de omstandigheden bij de ongenaakbare nummer één van de Jupiler League. Dat gold net zo goed voor Excelsior en Feyenoord, waar ik eveneens heb gewerkt. Dat is me ook uitstekend bevallen’, aldus zijn verwijzing naar dat ene seizoen als beloften-trainer bij Feyenoord (2008-2009) en zijn debuut midden 2009 bij Excelsior als oefenmeester in het profmilieu.

De voormalige middenvelder van Volendam, Heerenveen en het Belgische Harelbeke bouwde zijn actieve loopbaan af bij een paar clubs in Oostenrijk. Om in 2001 de route in te slaan als trainer, eerst bij de jeugd van AZ, en daarna als hoofdtrainer van AFC’34, de amateurs uit Alkmaar. ‘Al met al zit ik nu alweer zo’n vijftien jaar in het vak.’

Ben je in al die jaren veranderd?

‘Ik heb me natuurlijk wel ontwikkeld. Je doet ervaring op. Maar ik ben niet heel veel veranderd. De visie die ik had en heb, is niet veranderd. In het begin was het zo dat alles wat ik dacht en meende te moeten roepen, ik ook riep. Nu is het tegendeel eerder waar. Dat is ook ontwikkelen. In het begin was ik een heel bezorgde vader. Ik wilde het eigenlijk niet fout laten gaan. Spelers konden daardoor niet zelf keuzes maken. Dat heb ik wel vrij snel afgeleerd. Niet alleen maar een proces in de steigers zetten, maar het proces zelf ook de ruimte geven. Op elk moment het proces het proces laten. Zowel met de dingen die goed gaan maar ook met de dingen die wel eens misgaan. In beide zit een lerende factor.’ 
 

Hoe zou je jezelf als trainer typeren?

‘Ik denk dat ik vooral iemand ben die procesmatig werkt. Ik wil graag de eerstvolgende wedstrijd winnen en ik wil er ook graag voor zorgen dat mijn team duurzaam kan presteren. Niet alleen maar de eerstkomende vrijdag winnen, maar dat we ons zodanig ontwikkelen dat we veel meer wedstrijden kunnen winnen, in een seizoen en misschien wel in de loop van seizoenen. Ik ben een bouwer, een ontwikkelaar. Altijd geweest. Altijd één of twee stappen vooruit denken. Foppe de Haan verweet me, als speler van Heerenveen, wel eens een echte broodvoetballer te zijn. Dat klopte ook wel. Ik voetbalde bij Volendam. Daar was het toch met ons allen tegen de stroom in roeien. Het enige dat we probeerden te doen, was de aanstaande wedstrijd winnen. We hadden daar ook de mentaliteit voor. Als trainer heb ik zo nooit gedacht. Het gaat me altijd om de eerstvolgende wedstrijden. Dit seizoen is Sparta daar een heel mooie afspiegeling van. We verloren ergens in het begin met 4-0 van NAC. We zeiden toen letterlijk: NAC heeft ons fijntjes gewezen waarop we nog tekort schieten. We hebben dat ook zo aan onze spelers gevraagd en zij konden dat ook haarfijn onder woorden brengen. Er was geen moment van paniek. Juist: dit moeten we dus nog verbeteren.’


Het volledige artikel is te lezen in de Contractspeler editie april 2016