Leo Beenhakker, Erwin Koeman en John van den Brom over het verval van het Nederlands voetbal

14 januari 2016

Het Nederlands voetbal kampt internationaal met een flinke terugval. Wat is er allemaal mis met de grootste en best bekeken sport van het land? Wat moet vooral anders?
Door Lex Muller.

Clubs raken Europees steeds dieper verstrikt in de achterhoede. Het Nederlands elftal moet zelfs verzuimen op het EK van volgend jaar in Frankrijk, voor het eerst sinds 1984.

Drie kenners mijmeren over wat er zoal goed en fout gaat in Nederland. Leo Beenhakker (73), sinds kort met pensioen maar in het verleden coach van onder meer topclubs als Feyenoord, Ajax, Vitesse, Real Madrid, het Nederlands elftal, Polen, enz. John van den Brom (49), tweevoudig international, trainer van ADO Den Haag, Vitesse, Anderlecht en nu AZ. En Erwin Koeman (54), 39 keer in Oranje, trainer van onder andere RKC, Feyenoord, FC Utrecht, bondscoach van Hongarije en nu samen met zijn broer Ronald werkzaam in Engeland bij Southampton.

Het gaat niet goed met het Nederlands voetbal. Wat is volgens jou de belangrijkste oorzaak?

Leo Beenhakker: ‘Het is gewoon een natuurlijk proces. Waar halen we als klein land de arrogantie vandaan dat we er elke twee jaar bij moeten zijn? Het is een kwestie van aanbod en talent, van generaties. De één heeft minder aanbod, de ander levert heel veel talent. Het mooiste voorbeeld op dit moment is België. Dat heeft toevallig een heel goede generatie bij elkaar. De toppers zijn rijp en volwassen en presteren navenant.’
‘Ik snap niet dat iedereen zo in paniek raakt. Je blijft afhankelijk van wat er aan talent doorkomt. In 2000 op het EK in eigen land kondigde zich een generatie aan met geweldig veel talent. De jongens speelden vervolgens in grote en zware competities. Ze werden vicewereldkampioen in 2010. Maar zeven van de elf waren in het begin niks beter dan de generatie van nu. We hebben op dit moment misschien minder aanbod van talent, maar wat we hebben is nog veel te jong, jong ook in ervaring, nog lang niet volledig gerijpt. Fysiek, tactisch en technisch zijn die jongens nog niet zo ver.’
‘En we moeten af van de arrogantie om laatdunkend te durven denken dat we een wedstrijd tegen IJsland schriftelijk kunnen afdoen. Die landen hebben al die jaren niet stilgezeten en een inhaalslag gemaakt. Een aantal spelers voetbalt ook in grote competities. Die bagage nemen ze mee naar het nationale elftal.’

John van den Brom: ‘Het is al vaker gezegd maar persoonlijk denk ik dat de goede en beste spelers die Nederland heeft, dat die jongens op een te vroege leeftijd en te snel naar het buitenland vertrekken. Toen Marco van Basten hier nog werkte, heb ik het vaak met hem hierover gehad. Marco zei toen gekscherend: eigenlijk moet zo’n jongen pas naar het buitenland gaan als hij meer dan honderd wedstrijden in de eredivisie heeft gespeeld, ongeacht bij welke club. Tegenwoordig vertrekken die jongens als ze vijftien wedstrijden hebben gespeeld. Dat is één oorzaak.’
‘Een tweede oorzaak is, als ik naar AZ kijk, dat we afgelopen zomer zeven spelers zijn kwijtgeraakt uit de basis. We werden derde, we haalden Europees voetbal en vervolgens verliezen we wel zeven, normaal gesproken de beste spelers. Je hebt daardoor tijd nodig om op het niveau te komen, waarop je vorig seizoen bent geëindigd. Uitgangspunt zou moeten zijn dat de basisgroep in tact blijft, met jaarlijks een paar verversingen. Maar je krijgt de kans bijna niet meer om op lange termijn met zo’n groep door te werken, zeker als dat jonge spelers zijn. Dat is jammer.’

Erwin Koeman: ‘Eén van de oorzaken kan misschien zijn dat we een beetje zijn doorgeslagen in de periodisering. Ik bedoel daarmee te zeggen dat wij niet meer weten wat pijnlijden is. Trainen tot een bepaald moment en dan moet je stoppen, want anders kom je in het rood. Vroeger kwamen we elke dag in het rood. Nu is alles vastgelegd voor de spelers. Je mag niet in het rood trainen, want dan kan je blessures oplopen. Om in het voetbal succes te hebben, zal je moeten pijnlijden. Het gaat uiteindelijk ook om dorzettingsvermogen. Dat je doorgaat, ook als je moe bent. Een stukje mentaliteit.’
‘Ik denk ook dat de scheidsrechters in Nederland teveel fluiten voor kleine dingen. Je ziet een soort zaalvoetbal, mede omdat er op kunstgras wordt gespeeld. Door het regelmatige gefluit voor stomme dingen, ligt het spel weer stil en haal je het tempo uit de wedstrijd. In Europees verband wordt er gewoon doorgespeeld. Ook een reden kan zijn dat we enorm veel jonge spelers hebben, dus weinig ervaring. Met name in het Nederlands elftal hebben we weinig spelers tussen de 25 en 30 jaar. En dat is juist de leeftijd dat je ervaren bent en een elftal kan dragen.’

Het volledige artikel is te lezen in de Contractspeler editie december 2015
Editie december 2015