Op 7 november trad Eric Gudde in dienst van de KNVB, als directeur betaald voetbal. In de Kersteditie van De Contractspeler een uitgebreid interview.
Van de RvC kreeg hij vier opdrachten mee: benoeming van een technisch directeur en een bondscoach, de analyse over de interne organisatie, en verbetering van de relatie zowel met het amateurvoetbal als met de 34 profclubs. Danny Hesp en Louis Everard spraken namens de VVCS uitvoerig met de 63-jarige Schiedammer, die eerder gedurende tien jaar Feyenoord leidde als algemeen directeur.
Discussie over spelen op echt gras integraal onderdeel van een pakket
Hoe is jouw eerste periode bij de KNVB bevallen?
Eric Gudde: ‘Enerverend. Op de eerste dag heb ik met iedereen handen geschud. Ik heb de mensen die binnen waren, een toelichting gegeven over de opdracht die wij als directie hebben meegekregen. Ik heb daarna bijna hetzelfde gedaan met de media. De dag daarna ben ik gelijk met het Nederlands elftal naar Schotland gegaan. Dat was buitengewoon nuttig, omdat ik daardoor de tijd had om met Han Berger van de raad van commissarissen uitgebreid te praten. We hebben ook uitvoerig met Dick Advocaat gesproken. Op 7 november heb ik aangegeven, dat ik tachtig tot honderd dagen de tijd neem om een analyse te maken van een aantal zaken. Daarvoor praat je met een reeks van mensen. Ik ga die analyse niet in mijn ééntje op een zolderkamer maken. Er gingen ook sponsors van de KNVB mee met die reis naar Aberdeen . Die leer je dan ook weer kennen. Vrijdag ben ik bij terugkeer gelijk doorgereden naar Doetinchem, naar Jong Oranje tegen Andorra. Die 8-0 gezien en de staf daar even de hand kunnen drukken. De week daarop heb ik ervoor gekozen om niet mee naar Roemenië te gaan, want dan was ik weer drie dagen kwijt. Dan zou ik de eerste zeven dagen welgeteld één dag in ‘Zeist’ geweest zijn. Dat is ook geen goed signaal. Die maandag ben ik begonnen met intern een reeks van kennismakingsgesprekken. En die gingen soms best wel diep. De meeste gesprekken waren mede in het belang van de analyse die ik goed wil maken. Bedenk wel dat die analyse voor meerdere zaken is bedoeld. Zoals de invulling van de voetbaltechnische functies, maar tegelijk ook voor de interne organisatie.
Van de vier opdrachten, die ik heb meegekregen, zijn dat er al twee. De andere twee, zoals de te verbeteren relatie tussen de clubs (en daarmede ook de trainers, spelers en scheidsrechters) en de KNVB én daarnaast het amateurvoetbal en het betaald voetbal, dat is gewoon onderdeel in de dagelijkse agenda. Als eerste bezoek aan de clubs ben ik bij PEC Zwolle geweest. Ik heb daar met vier, vijf mensen gesproken. Buitengewoon open en prettig. Gelijk ook naar de eerste wedstrijd gegaan: Go Ahead – Dordrecht in de Jupiler League. Vervolgens zaterdag Excelsior Maassluis – HHC Hardenberg bezocht. Daarmee heb ik ook meteen de tweede divisie weer eens geproefd. De maandag erna Jong PSV – Jong Utrecht. En zo bouw ik dat op. Ik probeer zoveel mogelijk te proeven en te observeren.’
Lees het volledige interview in De Contractspeler december 2017.