Geen dopinggevallen in Nederlands voetbal

16 maart 2018

De VVCS spreekt periodiek af met Herman Ram (zie foto), directeur Nederlandse Dopingautoriteit. Zo togen hedenochtend Louis Everard en Ad Dieben naar het kantoor van de Dopingautoriteit in Capelle aan den IJssel.

Jaren geleden oordeelde de Dopingautoriteit al dat in het betaald voetbal in Nederland de zogenaamde whereabouts niet worden toegepast. Zij behoren dus niet tot de nationale Testing Pool. Dit betekent dat in Nederland actieve voetballers buiten de verplichting vallen om voor een heel kwartaal aan te geven waar zij zich zullen gaan bevinden, welke gegevens de sporter 24 uur per dag up-to-date kan houden. De reden waarom de in Nederland actieve voetballers niet tot de Testing Pool behoren, is dat het aantal geconstateerde dopinggevallen in het Nederlandse voetbal erg laag is.

Het niet behoren tot de Testing Pool betekent uiteraard niet dat er in het voetbal niet wordt getest. Herman Ram deelde de VVCS delegatie echter mede dat in 2017 in Nederland geen enkele speler positief werd bevonden bij de gehouden tests.

Is nu alles rozengeur en maneschijn? Nee!! Het Nederlandse voetbal dient zeer alert te blijven. De grote verschillen in medische begeleiding en daarmee ook de begeleiding bij medicijngebruik tussen Eredivisie en de lagere niveaus- daaronder ook gerekend clubs uit de Jupiler league- blijven verontrustend, en baren zowel de Dopingautoriteit als de VVCS zorgen. In zijn bezoeken aan de spelersgroepen hamert VVCS voorzitter Danny Hesp steevast op dit onderwerp. De VVCS delegatie zal dit onderwerp ook agenderen in haar contacten met zowel de KNVB als werkgeversorganisatie FBO.