Johan Cruijff, de allerbeste aller tijden (1947-2016)

24 maart 2016

 


Johan Cruijff kon zijn laatste wedstrijd toch niet met een overwinning afsluiten. Op 24 maart 2016 overleed hij, in Barcelona, te midden van zijn familie aan de gevolgen van longkanker. Geboren op 25 april 1947 in Amsterdam mocht het icoon van het Nederlandse voetbal slechts 68 jaar oud worden.

 

Oktober vorig jaar kwam de ziekte bij Johan Cruijff naar buiten. Hij ging, zoals altijd overtuigd van zichzelf, de strijd aan met behulp van de beste specialisten. In februari bezocht hij landgenoot Max Verstappen op het circuit van Barcelona, waar de jeugdige autocoureur zijn wagen testte voor het nieuwe seizoen. De meekijkende media vertelde hij openhartig en trots dat hij in zijn herstel met 2-0 voorstond.

 

Al op 17-jarige leeftijd debuteerde Johan Cruijff in het eerste van Ajax, uit tegen GVAV. Het spichtige knaapje scoorde prompt maar kon de nederlaag (3-1) in het noorden niet voorkomen. De kranten hadden dat weekeinde erg veel moeite zijn naam juist te spellen.

 

In de jaren zeventig ontwikkelde Johan Cruijff zich niet alleen tot de beste voetballer aller tijden van het land maar ook van de wereld. Hij leidde het nationale voetbal, zowel met Ajax als met Oranje, uit de anonimiteit naar ongekend hoogtepunt. Op het WK van 1974 in West-Duitsland ontpopte hij zich als de inspirator en animator van het alom bejubelde totaalvoetbal. Met Ajax triomfeerde hij tussen 1971 en 1973 driemaal in het toernooi om de Europa Cup.

 

Zomer 1973 ruilde hij Ajax in voor Barcelona, waar hij tot 1978 vlot doorging om prijzen binnen te halen. Hij wilde zijn schitterende loopbaan beëindigen, maar een riskant avontuur met een varkensboerderij dwong hem tot een onvrijwillige rentree. Hij excelleerde in zijn nadagen in Spanje, in Amerika en later in Nederland bij Ajax en Feyenoord. In Rotterdam stopte hij, in 1984, definitief met de zoveelste landstitel en beker. Na 704 wedstrijden en 395 doelpunten. En met maar 48 interlands, mede omdat hij in 1978 weigerde mee te reizen naar het WK in Argentinië.

 

Ook als trainer/coach mocht Johan Cruijff zich wentelen in een warm bad vol successen. Met Ajax pakte hij nog de Europa Cup II, in 1987. Met Barcelona dankzij Ronald Koeman de Europa Cup I, op Wembley in 1992. Een jaar eerder moet hij een hartoperatie ondergaan, waarvan hij uitstekend genas. Tot 1996 bleef hij actief bij Barcelona, waar het einde hem onverwacht en weinig eervol overviel. Hij zweeg evenwel niet en spuide zijn pittige mening als analist op de televisie. Die periode leverde nog eens een boek aan onvergetelijke oneliners op zoals ‘als je niet schiet kan je niet scoren.’ Zijn laatste bijdrage aan het voetbal wijdde hij aan Ajax. Hij ontketende een fluwelen revolutie, maar moest ook dat gevecht te vroeg opgeven vanwege kinnesinne binnen zijn club.

 

Met het overlijden van Johan Cruijff verliest het voetbal een onvergelijkbare legende, die zijn faam over de hele wereld uitdroeg. JC paste in het exclusieve rijtje van de allergrootste sterren, als Franz Beckenbauer, Pelé, Maradonna en nu dan Messi. Vergelijken blijft bijkans onmogelijk maar Johan Cruijff was in alle opzichten uniek. Zeker binnen het veld, waar hij een team minimaal vijftig procent beter liet spelen, maar ook daar buiten waar hij immer zijn toehoorders boeide en inspireerde.