Hoofd en lichaam zijn momenteel perfect op orde bij Leeuwin en Janssen, die samen het centrale verdedigingsduo van FC Utrecht vormen. Het gaat ze doorgaans uitstekend af. ‘De Baresi van FC Utrecht,’ werd Janssen op de radio genoemd. Laat Leeuwin dan ‘de Maldini’ zijn, vindt Janssen. Foto Eric Verhoeven
Door Bart Vlietstra
Wie had dat gedacht. Beiden speelden het grootste deel van hun voetballeven als aanvallende middenvelders. In de jeugd en bij hun debuut. Janssen brak door op die positie bij VVV-Venlo. Via Roda JC en FC Twente belandde hij in 2014 bij FC Utrecht. Daar werd de aanvoerder van lieverlee naar achteren gesluisd. Leeuwin debuteerde bij FC Utrecht nog als rechtshalf, maar zakte al snel een linie terug. Hij nam leerzame omwegen via AGOVV, ADO Den Haag en Cambuur Leeuwarden. Hij dankt Willem van Hanegem voor zijn herpositionering. ‘Meneer Van Hanegem was toen ik bij het eerste kwam de hoofdtrainer en zag al snel dat ik verder terug moest. Ik kwam iets te kort in mijn handelingssnelheid op het middenveld, maar ik heb wel rust aan de bal en ben fel in de duels. Het was enorm wennen. Je wilt liever doelpunten maken, daarom ga je voetballen. Door aanvallend te denken was ik via FC Omniworld bij FC Utrecht gekomen. Dan denk je dat daar je kracht ligt.’
Janssen: ‘Het is verdomd lastig. Ik had laatst Heracles-spits Armenteros de hele wedstrijd in mijn zak, maar was hem één keer kwijt, hij scoort en je kan er niets meer van. De weken ervoor werd het nog omschreven als “een openbaring”, Willem Janssen centraal achterin. Ook overdreven misschien. Maar als er ineens doelpunten vallen waarbij je niet helemaal vrijuit gaat dan krijg je: “oh zie je wel, het is geen verdediger”. Dan zijn al je goede acties vergeten.’
Leeuwin: ‘Ik weet waar Willem nu doorheen moet. Het is hartstikke moeilijk. Verlies je voorin of op het middenveld de bal dan is er geen haan die ernaar kraait. Doe je dat achterin dan ben je de lul. Dan zoomen ze meteen op je in tijdens de samenvatting bij Studio Sport. Daarna baggeren de praatprogramma’s over je heen. Je kunt er helemaal niets meer van. Terwijl je misschien een superpartij hebt gespeeld op dat ene foutje na.’
En dan wordt er bij FC Utrecht ook nog van je verwacht dat je in de opbouw de show steelt.
Leeuwin: ‘Lange ballen zijn inderdaad niet de eerste optie. Maar opbouwen kunnen we ook goed. Vooral Willem is uitstekend aan de bal.’
Janssen: ‘Ja, ik straal wel rust uit, denk ik. Maar het draait natuurlijk ook om zo min mogelijk fouten maken achterin. Daar moet je niet te makkelijk in zijn voor jezelf. Geloof me, dat ben ik ook niet. Maar ik heb gelukkig nu wel de ervaring dat ik dat al tijdens een wedstrijd van me af kan zetten.’
Is het leuk? Jullie zijn gaan voetballen zodat spelers achter jullie aan moesten rennen.
Leeuwin: ‘Ja, ik vind het nu een heerlijke positie door alle ervaring. Je hebt het spel voor je, je weet precies wat je moet doen. Maar vraag je mij waar ik het liefst zou staan dan zegt mijn hart: in de spits. Er is niets zo lekker als een goal maken. In Nederland krijg je ook wel waardering als je goed kunt opbouwen.’
Je ziet ook internationaal steeds meer omgeturnde middenvelders achterin. David Luiz, Javi Martinez, Javier Mascherano.
Janssen: ‘Naar Martinez kijk ik graag. Die was zoals ik. Een box-to-box-middenvelder. Hij heeft het verdedigen zich knap eigen gemaakt. Het voordeel is dat je veel loopvermogen hebt en snel kunt handelen in de kleine ruimte als je daarvoor op het middenveld hebt gespeeld.’
Leeuwin: ‘Voor de duidelijkheid: we kunnen ook echt wel verdedigen.’
Janssen: ‘Ik heb daar nu ook plezier in gekregen. Van een goede bloktackle kan ik echt genieten. Had ik nooit gedacht. Ik was juist degene die bloktackles ontweek. Nu maak ik ze zelf.’
Het volledige interview is te lezen in De Contractspeler editie april 2017