Martijn Kaars (24) geldt dit jaar als de revelatie van de Keuken Kampioen Divisie. De aanvaller is hard op weg naar de topscorerstitel en met Helmond Sport presteert hij dit seizoen uitstekend. Dat laatste is een understatement: met – op het moment van schrijven – 20 treffers lijkt de spits niet te stoppen. Het gaat de sympathieke aanvaller sportief voor de wind, maar ook buiten het veld staat hij voor mooie stappen in zijn ontwikkeling. Het verhaal van Martijn Kaars gaat over opgroeien in een voetbalfamilie, leermomenten bij FC Volendam en Ajax en een druk sociaal leven.
Door: Dirk Lotgerink
Voetbalfamilie en boze buurmannen
Kaars werd in het jaar voor de eeuwwisseling geboren in Purmerend, maar hij groeide op in Monnickendam. In het huis van de familie rolde altijd wel ergens een bal. Het was dus geen verrassing dat ook de jongste telg er al vroeg tegenaan zou trappen. “Voetballen zit echt in onze familie”, vertelt hij. “Want mijn oudste broer Dennis (34) speelt bij FC Den Bosch en zus Wendy (31) zit bij vv Monnickendam in het eerste. Ook Jeroen (27) voetbalde, maar eigenlijk houdt hij wel van alle sporten.”
Ondanks het leeftijdsverschil speelde het kwartet aan talentvolle voetballers veel samen. Zijn jeugd bracht hij daarom door op straat of op veldjes in de buurt. “Vroeger speelden we met zijn vieren vlakbij ons huis op een veldje of bij tegen garagedeuren die dan de goals vormden. Soms kwam er een boze buurman langs om te klagen over het lawaai, maar eigenlijk was iedereen al lang blij dat we niet te dicht bij hun huizen speelden. Dat scheelde hen weer in geluidsoverlast maar ook in gebroken ruiten, ha, ha”.
Het straatvoetbal wierp al gauw zijn vruchten af. Toen duidelijk werd dat Martijn een aardig balletje kon trappen meldden zijn ouders hem daarom aan bij de dichtstbijzijnde amateurclub. “Dat was vv Monnickendam, mijn eerste amateurclub. Hier speelde ik tot mijn elfde en ik heb er een mooie tijd gehad. Ik maakte veel vrienden en was vaak op de club te vinden. Ik denk dat het ook wel helder was dat ik boven de rest uitstak, want ik speelde als jong ventje al in hogere categorieën mee dan leeftijdsgenoten.”
Het uitblinkende talent maakte zijn minuten, stal wekelijks de show en werd gescout door FC Volendam. De club uit het dichtbij gelegen vissersdorp zou tot twee keer toe een belangrijke rol spelen in zijn carrière, maar dat ze hem oppikten als junior markeerde zijn levenspad. “Dat eerste moment was fantastisch natuurlijk. Ik was nog erg jong, maar op mijn elfde is op dat moment wel de droom om te slagen als profvoetballer echt begonnen”, legt hij uit. “Bij Volendam heb ik een hele leuke tijd gehad. Volendammers zijn nuchter. Ze willen gewoon lekker spelen en plezier maken, dat paste op dat moment ook goed bij mij. Mijn moeder bracht me van school naar de training, elke dag opnieuw. Dat betekende veel voor me. Ze heeft het jarenlang gedaan, totdat Ajax na vier jaar op mijn pad kwam. Dan kun je geen nee zeggen, zeker niet nadat ze bij ons thuis waren geweest om te vertellen hoe ze mijn ontwikkeling voor zich zagen. Ook dat was een heel speciaal moment. Voor mezelf, maar ook voor mijn familie”.
‘Het was goed om te leren hoe je school en voetbal kon combineren, maar nog meer dan dat leerde ik dat hard werken loont.’
Hard werken loont
Geïnspireerd door de gesprekken aan de keukentafel, waarin de delegatie van Ajax vertelt hoe ze de toekomst van Kaars voor zich zien, maakt hij de stap naar de Amsterdammers. “Op dat moment had Ajax misschien wel de beste jeugdopleiding van de wereld, sowieso van Nederland. Uiteraard maak je dan die stap”, zegt Kaars nog altijd overtuigd van die beslissing. Zo’n stap is voor elke jonge voetballer dan misschien wel een droom die werkelijkheid wordt, het is ook een proces waarbij je op de proef wordt gesteld. Van het warme nest in Volendam belandde Kaars in een harde leerschool.
“Gedurende de vier jaar dat ik bij Ajax speelde heb ik ontzettend veel geleerd”, licht hij toe. “Als voetballer, maar ook als mens. Omdat ik bij die club in een andere, hardere wereld terechtkwam.” Met die wereld doelt Kaars niet alleen op de felle concurrentie op het veld. Met name de lange studie- en werkdagen hakten er in bij de tiener.
“Elke jeugdspeler die bij Ajax binnenkomt beseft dat je een mooie toekomst kunt hebben zolang je daar maar hard en goed voor werkt. Zeker in het begin was dat wel zwaar hoor. Met de middelbare school er nog bij maakte ik lange dagen van 8 uur ’s ochtends tot 20 uur ’s avonds. Ik was alleen maar bezig met voetbal. Leuk, maar ook pittig. Eerst werd ik thuis opgehaald. Gingen we met het busje naar de club, naar de ochtendtraining. Daarna begon school en daar mochten we echt niet met de pet naar gooien, dat maakten de begeleiders op de club ons ook wel duidelijk. Na de training met zijn allen lunchen, dan weer trainen, avondeten en soms maakten we daarna nog huiswerk op de club. De hele dag stond in het teken van voetbal. Het was goed om te leren hoe je school en voetbal kon combineren, maar nog meer dan dat leerde ik dat hard werken loont. Op school, maar ook op het trainingsveld”.
Kaars blokt en voetbalt zich een weg door zijn puberjaren. Het VWO behaalt hij zonder veel problemen. “De eerste twee jaar ging alles eigenlijk gewoon heel goed. In de B1 en in de A2 scoorde ik veel doelpunten en ging het goed op school, maar daarna werd de concurrentie gigantisch.
‘Dit jaar gaat het als team ook een stuk beter en doen we nog mee om de play-offs, het is fijn dat ik met goals en assists een steentje bij kan dragen aan dat succes.’
In de A1 kwam ik in een team terecht met aanvallers als Kaj Sierhuis, Zian Flemming, Justin Kluivert en dan vergeet ik er nog een paar”, zegt Kaars met hoorbare bewondering in zijn stem. “Zij waren gewoon beter. Het tweede jaar kwamen daar Danilo Pereira en Brian Brobbey ook nog bij.”
Hoewel Kaars de uitdaging dapper aangaat wordt al snel duidelijk dat het moeilijk zou worden om tegen de spelers van deze lichting aan te boksen. “Het kwam neer op hard werken maar erg weinig wedstrijden spelen. Tijdens oefenwedstrijden mocht ik mezelf laten zien en af en toe ook tijdens invalbeurten, maar het werd toch echt wel duidelijk dat er voor mij weinig vooruitzichten waren op een basisplaats.”
Met die ervaring en zijn nuchtere instelling was het voor Kaars logisch dat het beter zou zijn om rond te kijken. Op zoek naar een andere club met meer mogelijkheden op speeltijd. “Toen ik naar de senioren vertrok wist iedereen dat het tijd was om te vertrekken. Ajax was daarin trouwens ook heel duidelijk hoor, zij zeiden eerlijk dat het geen zin zou hebben om te blijven. Dat was prima, want niemand heeft er wat aan om perspectief te bieden terwijl dat er niet is”.
De zoektocht duurt niet lang. Net als tien jaar eerder is het Volendam dat geïnteresseerd is in een terugkeer van haar verloren zoon. “Ik wist wel dat ik nu moest slagen, anders zou de kans groot zijn dat ik in het amateurvoetbal terecht was gekomen. Ik was ook al begonnen aan de Universiteit van Amsterdam, waar ik Economie en Bedrijfskunde studeerde. Uiteindelijk heb ik dat twee jaar vol kunnen houden, maar helaas was het niet meer te combineren met profvoetbal. Volendam belde dus op het juiste moment en ik wilde graag terugkeren naar de club waar ik een mooie tijd had beleefd, daarom twijfelde ik niet lang.” En net als in zijn eerste periode bij ‘Het andere Oranje’, helpen de Volendammers hem in zijn ontwikkeling.
“In eerste instantie ging ik bij Jong Volendam spelen, waar ik direct kampioen van de Derde divisie ben geworden”, klinkt het trots. “Dat was ook met een leuk elftal. Zo speelde Nordin Bakker op doel, stonden Gijs Smal en Brian Plat achterin, Derry John Murkin en ook nog even Joey Veerman op het middenveld.”
Met die kampioensploeg achter zich maakt Kaars zich op voor het grote werk. “Ik mocht al gauw debuteren in het eerste, maar maakte nog niet zoveel minuten. Het seizoen erop werd ik vaste spits en eindigde ik zelfs als topscorer, op een gedeelde plaats met Francesco Antonucci.
Op dat moment haalde de club Samuele Mulattieri van Internazionale, waardoor ik meer op de buitenkanten kwam te spelen. Hierdoor moest ik het doen met af en toe wat invalbeurten. Het vierde seizoen kwam Robert Mühren waardoor ik ook minder speelde, maar promoveerden we wel naar de Eredivisie. Dat was natuurlijk prachtig en een hoogtepunt. “Helaas stond ik niet altijd meer in de basis en dus zocht ik opnieuw naar een plek waar ik me wel zou kunnen ontwikkelen, dat is voor elke speler belangrijk, maar zeker voor mij op die leeftijd.”
Met zijn indrukwekkende trackrecord in de Eerste divisie en de jeugdopleiding van Ajax achter zijn naam, had Kaars een aantal opties. “Het werd uiteindelijk Helmond Sport. Ik vond dat ze een goed verhaal hadden en mijn kans op speeltijd was hier groot.”
‘Ik wil me blijven ontwikkelen en uiteraard zo hoog mogelijk spelen.’
Helmond en Monnickendam
Behalve de sportieve aspiraties van de club liet Kaars zich ook verrassen door de stad Helmond. “We zijn twee keer wezen kijken voordat we besloten om hier te gaan wonen, maar beide keren waren mijn vriendin en ik erg verrast door hoe leuk het hier eigenlijk is.” En dus tekende Kaars een contract voor drie jaar en is hij druk met integreren in Brabant. “Natuurlijk geniet ik van het leven met mijn vriendin Annabel. We wonen sinds twee jaar samen in Helmond, in een appartement vlakbij het centrum en op tien minuten fietsen van de club. Bijna elke dag ga ik met de fiets naar de training, dat vind ik heerlijk. Het leven in Brabant bevalt me echt heel erg goed, want Helmond is ook een leuke stad. Er zijn mooie plekken om samen met mijn vriendin te verkennen, goede winkels en lekkere restaurantjes.”
Maar behalve dat proeven van de Bourgondische levensstijl, blijft Kaars terugkeren naar de belangrijkste plek uit zijn jeugd. “Ik ben nog nauw betrokken bij vv Monnickendam, waar ik zes jaar trainer ben geweest”, legt hij uit. “Eerst bij de jeugd en daarna ging ik steeds een stapje hogerop. Afgelopen drie jaar was ik assistent bij eerste elftal, analyseerde ik met de groep zelfs videobeelden.”
Of er ook een toekomstig trainer in hem schuilt is nog de vraag. “Het is erg leuk, maar in de winterstop heb ik toch een stapje terug moeten doen. Het kostte me te veel tijd en energie. De afstand tussen Helmond en Monnickendam was net te ver, helaas. Nu ben ik nog wel coördinator van de selectie en werk ik rondom wedstrijden voor de club. Veel van mijn jeugdvrienden spelen nu nog in het eerste of lopen op de club rond, dus het is fantastisch om elk weekend die vrienden weer te zien”.
Via Helmond de wijde wereld in
Voorlopig focust Kaars zich op zijn werk als doelpuntenmaker. Eerst scoren en slagen bij Helmond Sport, zoals hij vanaf het begin af aan is gaan doen. “De keuze voor Helmond Sport bleek meteen een goede”, legt hij uit. “Vorig seizoen maakte ik 14 goals en gaf ik 4 assists. Als team had er misschien meer ingezeten en eindigden we op een teleurstellende 16e plaats. Ik vind dat we hoger hadden moeten eindigen, maar soms hoort zoiets ook bij de ontwikkeling die een club doormaakt. Ik heb er alle vertrouwen dat het goed komt. Dit jaar gaat het als team ook een stuk beter en doen we nog mee om de play-offs, het is fijn dat ik met goals en assists een steentje bij kan dragen aan dat succes”.
Met al die doelpunten is dat steentje eerder een grote kei. Kaars draagt met zijn prestaties namelijk direct bij aan de goede resultaten van de club. “We doen zoals gezegd nog volop mee om de play offs. Het kan een interessante slotfase worden van de competitie.”, zegt hij hoopvol.
Wat er na dit seizoen gebeurt is nog gissen. Wie de levenswandel van Martijn Kaars bekijkt, zou kunnen concluderen dat het wederom tijd is om een stapje hogerop te proberen, want waar ligt zijn plafond? “Natuurlijk zou ik in de zomer een volgende stap willen maken. Ik wil me blijven ontwikkelen en uiteraard zo hoog mogelijk spelen. In Nederland heb je met de Eredivisie alleen relatief weinig mogelijkheden. Bovendien moet er nog een transfersom voor me betaald worden.”
Ziet Kaars behalve Hollandse luchten en groene weilanden ook kokosnoten, Bounty stranden en maar een enkele wedstrijd voor zich? Behoort een avontuur in Indonesië, zoals sommige spelers vanuit de Keuken Kampioen Divisie ook hebben gedaan, tot de opties? “Dat weet ik echt nog niet, maar ik sta wel overal voor open. Misschien is het een cliché, maar ik werk hard en doe er zo alles aan om op te vallen voor clubs. We zullen dus wel zien wat er gebeurt, hopelijk komt er dan vanzelf een mooie club waar de faciliteiten en het verhaal goed zijn. Dat kan dan natuurlijk ook een club zijn in een exotisch land ja, waarom ook niet?”