De voetbalsters van het Nederlands elftal slaagde niet in hun missie zich via het WK te kwalificeren voor de Olympische Spelen volgend jaar.
Aanvoerder Mandy van den Berg (24) blikt terug, maar kijkt ook vooruit. ‘We krijgen nog één kans om er in Rio alsnog bij te zijn. Er is nog niks verloren.’
Als debutant op het WK stelde de Oranjeleeuwinnen zich een hoog doel. Nederland wilde bij de beste drie Europese landen eindigen en zich daarmee kwalificeren voor de Olympische Spelen volgend jaar in Rio de Janeiro. Door de nederlaag in de achtste finale tegen Japan, wereldkampioen in 2011, slaagde de ploeg van bondscoach Roger Reijners niet in die missie.
Toch wil aanvoerder Van den Berg niet spreken van een mislukt toernooi. ‘Ik heb er een gemengd gevoel aan over gehouden. We gingen daar naar toe met een helder doel voor ogen.
Wat dat betreft is het toernooi niet geslaagd. Aan de andere kant was dit een heel nieuwe ervaring. Niemand had ooit eerder op een WK gestaan. Het was fantastisch om mee te maken,
maar het had mooier kunnen zijn. Plaatsing voor de Olympische Spelen zou de kroon op het werk zijn geweest.’
Was de doelstelling niet te ambitieus?
‘Nee het was een reële doelstelling. We waren er met z’n allen van overtuigd dat het haalbaar was. Achteraf gezien had het er ook ingezeten. We hadden het ons makkelijker kunnen maken in de poule. Doordat we daar onnodig punten hebben laten liggen en slechts als derde eindigden, troffen we met Japan één van de sterkste landen in de achtste finales. Als het ons was gelukt om door te dringen tot te kwartfinales, hadden we ons naast Duitsland en Frankrijk als derde Europese land weten te plaatsen voor Rio.’
In de poulefase hebben jullie het laten liggen?
‘Ja. We begonnen goed met een overwinning tegen Nieuw-Zeeland. De tweede wedstrijd tegen China verloren we dik verdiend. Dus kwam het aan op de laatste wedstrijd tegen gastland Canada. In dat duel hebben we onszelf vergeten te belonen. We waren de betere ploeg, maar kwamen niet verder dan een gelijkspel. Op een WK draait het maar om één ding: wedstrijden winnen.’
Je zei dat het fantastisch was om een WK mee te maken. Wat waren voor jou de hoogtepunten?
‘Het was heel bijzonder om voor de eerste wedstrijd tegen Nieuw-Zeeland het veld op te lopen met mijn team. Het was toch de eerste keer dat Nederland aanwezig was op het WK voor vrouwen. Bij het Wilhelmus stonden de tranen in mijn ogen. Ik vind dat altijd een speciaal moment, maar deze keer nog iets meer dan normaal. In een flits schoot het door mijn hoofd wat ik er allemaal voor had gedaan om hier te staan.’
Vrouwenvoetbal is inderdaad de snelst groeiende sport in Nederland. Besef je tijdens het WK dat je een rolmodel bent voor vele jonge meisjes?
‘De sport is de laatste jaren enorm aan het groeien. Het is dus niet zo dat je je tijdens het WK ineens realiseert dat je een voorbeeld bent voor velen. Je merkt het al als je iets op social media zet. Er komen erg veel reacties op jouw bericht en het wordt veel geliked of gedeeld.’
Hoort de overstap van NL Sporter naar de VVCS ook bij de verdere professionalisering van het vrouwenvoetbal?
‘Sinds begin 2015 staat het lidmaatschap van de VVCS ook open voor voetbalsters. Alle spelers van het vrouwen elftal zijn lid geworden bij de VVCS. Ook bij NL Sporter waren we in goede handen maar de VVCS is meer thuis in de voetbalwereld. In het begin regelden we alles zelf met de spelersraad. Maar op een gegeven moment kwam er zoveel bij kijken dat er professionele hulp nodig was. De VVCS neemt een hoop werk voor ons uit handen zodat wij ons alleen hoeven te concentreren op het voetbal. Zij heeft in aanloop naar het WK namens ons met de KNVB onderhandeld over de premies. Deze gesprekken zijn zeer goed verlopen waarbij zowel de spelersgroep als de KNVB zich uiteindelijk kon vinden in het resultaat.’
Het volledige artikel is te lezen in de Contractspeler editie Augustus 2015.
Tekst Guus Peters