Foto: Rangers FC
Door: Rick van Leeuwen
‘Het ging in één keer heel snel’, vertelt de bijna 31-jarige centrale verdediger. ‘En dan moet je snel een beslissing maken. Ik heb altijd gezegd dat ik weleens een stap naar het buitenland wilde maken. Maar het is dan wel surrealistisch als ineens zo’n grote club zich meldt. Ook wel een dubbel gevoel. Ik vond het moeilijk om FC Twente te verlaten, maar het is natuurlijk geweldig om bij de Rangers terecht te komen. Alles hier ademt voetbal.’
Keuzes maken
Robin is blij dat de reacties op zijn transfer vanuit en rondom FC Twente positief waren. ‘Het deed me echt heel goed hoe de club en de supporters hiermee omgingen. Het was natuurlijk een vervelende timing, zo kort voor die eerste Champions Leaguewedstrijd tegen RB Salzburg, dat vond ik zelf ook. Ik had het liever veel eerder gewild en ik had mezelf het allerliefst in tweeën gesplitst, zodat ik bij Twente kon blijven én naar de Rangers kon gaan. Maar uiteindelijk moet je keuzes maken. En voor mij is het enorm gaaf om deze stap te kunnen maken.’
Een aantal spelers uit de selectie van zijn nieuwe club kent hij al: Cyriel Dessers, met wie hij samenspeelde bij Heracles, en Václav Cerny, oud-ploeggenoot bij FC Twente. ‘Ook met assistent-trainer Andries Ulderink heb ik eerder gewerkt. En de Braziliaan Danilo, die bij Ajax en Feyenoord speelde, is ook een bekend gezicht. Het Eredivisiegehalte is dus best hoog hier. Leuk om die jongens hier weer tegen te komen. En met Nederlanders hebben ze bij de Rangers sowieso goede ervaringen natuurlijk.’
Robin vertelt hoe de Schotten die hij spreekt vrijwel direct vertellen over de Nederlanders die hier actief zijn geweest en hoeveel die hebben betekend voor de club. ‘Dan vallen namen als Giovanni Van Bronckhorst, Arthur Numan, Ronald de Boer, Pieter Huistra en natuurlijk Dick Advocaat. Ik heb begrepen dat Advocaat het huidige trainingscomplex mede heeft ontwikkeld en opgericht; daar zijn ze nog steeds heel blij mee.’
Debuut
Op 10 augustus maakte hij zijn debuut voor de Rangers, in de gewonnen competitiewedstrijd tegen Motherwell. Thuis; niet in het Ibrox Stadium (vanwege een verbouwing) maar in een volgepakt Hampden Park, het stadion waar het Schotse elftal zijn thuiswedstrijden speelt. ‘Heel indrukwekkend, mooi om mee te maken. Ik startte in de basis, speelde zeventig minuten en het ging prima. Alleen jammer van die eigen goal… Kon ik niet veel aan doen, was een heel ongelukkig moment. Maar dat wordt dan natuurlijk wel uitgelicht, zo gaat dat. Gelukkig hebben we wel gewonnen.’
“Heel indrukwekkend, mooi om mee te maken.”
Glasgow Rangers speelde net als FC Twente in de voorronde van de Champions League. En net als de Tukkers wisten de Schotten zich niet te plaatsen voor de groepsfase. ‘De eerste wedstrijd tegen Kiev deed ik nog niet mee. Ik had net mijn visum en zat wel op de bank. De terugwedstrijd heb ik wel helemaal gespeeld, mijn debuut in de Champions League. Een rode kaart voor ons vroeg in de tweede helft deed ons helaas de das om. Ik merk zelf dat ik me wel steeds fijner voel op het veld en tussen de jongens.’
Speciale wedstrijden
Robin heeft het rugnummer 4 gekregen, wat een basisplek suggereert. ‘Hier werkt dat wel wat anders. We spelen rond de 60 à 65 wedstrijden per jaar, dus ze wisselen hier wat meer door, de selectie is daarom vaak ook wat breder. Ik hoop natuurlijk wel het merendeel te spelen en het liefst alle wedstrijden. Maar misschien is het een illusie om zoveel wedstrijden in een seizoen volledig te kunnen spelen, dat weet ik niet. Dat hangt ook van de trainer af. Mijn doel is in elk geval wel om vaste basisspeler te worden. En om met deze ploeg om de prijzen te strijden. Ik kijk ook erg uit naar de wedstrijden met Celtic. Die rivaliteit leeft hier enorm, dat merk ik nu al. Dat zijn speciale wedstrijden. Maar uiteindelijk tellen natuurlijk vooral de punten tegen de op papier mindere ploegen.’
“De kracht van deze groep is volgens Robin dat de spelers goed met elkaar overweg kunnen.”
Stabiliteit en ontwikkeling
Robin is de laatste jaren bij FC Twente gewend om bovenin mee te draaien. Na een vierde en vijfde plek eindigde FC Twente afgelopen seizoen als derde in de competitie. Een prestatie van formaat, waarmee de Enschedese ploeg zich plaatste voor de voorronde Champions League. Met centraal achterin aanvoerder Robin Pröpper, die in totaal drie seizoenen in dienst is geweest van de Tukkers.
Vol trots kijkt hij terug op de ontwikkeling die zijn oude team heeft doorgemaakt en de mate van stabiliteit die de aanvoerder zelf niet helemaal had verwacht, maar wel op had gehoopt. ‘Kijk, elke voorbereiding op een seizoen is weer anders. Er gaan spelers weg, er komen nieuwe spelers bij. We waren wat kwaliteitsspelers kwijtgeraakt, zoals Ramiz Zerrouki, Václav Cerny en Virgil Misidjan. En dan moet je altijd maar zien in hoeverre het lukt om nieuwe spelers in te passen. Dat is heel hard werken. En als je dan ziet hoe goed dat gelukt is en hoe we dat een heel seizoen hebben volgehouden, mogen we daar heel trots op zijn. Daar heeft de technische staf natuurlijk een ontzettend grote rol in gespeeld.’
Hoogtepunten genoeg natuurlijk, na zo’n topseizoen. Robin vindt het lastig om specifieke momenten uit te lichten, ‘dan ga je altijd momenten tekortdoen’, maar een beeld dat nog scherp op zijn netvlies staat, is een doelpunt in de gewonnen thuiswedstrijd tegen Ajax. ‘Aan het begin van het seizoen, het moment dat Naci Unüvar een-op-een op de keeper afgaat en Daan Rots achter hem op de grond ligt en al juicht voordat de bal erin gaat. Daar is een foto van genomen die in het stadion hangt. Dat vond ik wel typerend voor ons seizoen. Het zegt iets over het onderlinge vertrouwen binnen een ploeg. Zo hebben we veel momenten met elkaar beleefd, veel doelpunten en overwinningen samen kunnen vieren.’
Echt iets neergezet met elkaar
De kracht van deze groep is volgens Robin dat de spelers goed met elkaar overweg kunnen. ‘Natuurlijk, als het goed gaat, hoor je vaker: we hebben het zo leuk met elkaar. Maar wij hebben de afgelopen jaren echt iets neergezet met elkaar; een sfeer waarin gelachen kan worden, waarin we elkaar echt de waarheid kunnen zeggen en waarin alles wordt uitgepraat binnen de kleedkamer. Die sfeer hangt ook op de club en dat is zo fijn om in te werken. De nieuwe jongens kunnen zich daardoor ook makkelijker aanpassen. Dat is heel erg belangrijk geweest voor ons succes.’
Als aanvoerder probeerde Robin te ‘bewaken’ dat die sfeer goed bleef, dat spelers in gesprek bleven, elkaar een luisterend oor boden én met elkaar konden lachen. ‘En daar is iedereen even belangrijk in, maar er moet natuurlijk ook wel eens iets georganiseerd worden. Dat probeerde ik soms op me te nemen, maar vooral Ricky van Wolfswinkel en Michel Vlap zijn daar ontzettend belangrijk in. En Naci Unüvar is degene die op en naast het veld zorgt voor de lach. Zo hadden we veel verschillende schakels binnen ons team, die samen voor een mooi geheel zorgden.’
Foto: Rangers FC
Trainer van deze tijd
Op het veld probeerde Robin naar eigen zeggen een leidende rol te pakken, als het bekende verlengstuk van de trainer, die hij roemt om zijn menselijke aanpak. ‘Echt een trainer van deze tijd. Heel open, eerlijk en relaxed, op de mens gericht, op goede communicatie. Dat draagt bij aan die goede sfeer op de club. Opvallend vind ik ook hoe hij het team managet, door aandacht te schenken aan iedereen, van de nummer 1 tot en met nummer 22. En dat doet de trainer niet alleen, maar samen met zijn staf, met heel veel positieve energie.’
De technische staf van FC Twente focust zich volgens Robin op het verbeteren van individuele kwaliteiten, met specifieke aandachtspunten per speler. ‘Daar communiceren ze heel goed over. Daardoor kan iedereen zijn ei kwijt. Vind ik heel belangrijk, want die aandacht voor het individu is nodig om een elftal beter te maken. Spelers hebben daar ook gewoon behoefte aan. Die willen graag dat persoonlijke contact, zodat ze weten wat er van ze wordt verwacht en zelf kunnen vertellen hoe ze zich ergens bij voelen.’
Ervaringsvak
Een van de tastbare resultaten van die aanpak was de plaatsing voor de voorronde van de Champions League. ‘Geweldig dat we dit met FC Twente hebben bereikt. En om te zien wat dit voor mensen in de regio betekent. Als speler én als persoon is dat ontzettend gaaf om mee te maken; de euforie met elkaar, het samen vieren van doelpunten in de Grolsch Veste, de blijdschap bij onze supporters, die glimlach op hun gezicht. Dan is het zó leuk om speler van FC Twente te zijn!’
Bijkomend voordeel van het stijgende niveau was dat hij zichzelf ook bleef ontwikkelen. ‘Als jeugdspeler had ik nog weinig inzicht in wat echt belangrijk is als verdediger’, zegt Robin, die inmiddels bijna 400 wedstrijden in het betaald voetbal achter zijn naam heeft. ‘Dat heb ik langzamerhand onder de knie gekregen. Ik merk dat verdedigen echt een ervaringsvak is; door veel in situaties te komen, leer je momenten te voorzien en beter in te schatten. Ik denk dat ik daar wel een bepaalde ontwikkeling in heb gemaakt, waardoor ik als verdediger minder snel in verkeerde situaties terechtkom en minder snel fouten maak. Ik weet steeds meer wat er gevraagd wordt binnen wedstrijden, die ontwikkeling heb ik wel gemaakt. En dat is een blijvend proces.’
Naast en na het voetbal
Voetbal is niet het enige dat hem bezighoudt. Robin heeft een gezin met twee kinderen, beoefent ook graag andere sporten (‘Padellen vind ik leuk om te doen’) en probeert zich naast het voetbalveld te ontwikkelen. ‘Ik volg een aantal cursussen en studies, zit in de Centrale Spelersraad van de voetbalbond, in het bestuur van VVCS en bij de CFK Deelnemersraad. Klinkt als veel maar valt mee, hoor. En ik lees af en toe een boek.’
“Ik vind het ook belangrijk om naast het voetbal wat anders te hebben. Om me niet alleen maar op voetbal te focussen, juist omdat ik weet dat voetbal eindig is.”
Zijn activiteiten naast het voetbal wekken de indruk dat Robin Pröpper zich al voorbereidt op zijn leven na het profvoetbal. En dat klopt. ‘Ik heb hopelijk nog jaren te gaan als voetballer, maar ik ben regelmatig bezig met het leven daarna. Ik vind het ook belangrijk om naast het voetbal wat anders te hebben. Om me niet alleen maar op voetbal te focussen, juist omdat ik weet dat voetbal eindig is. Ik haal er bovendien energie uit om dingen te ondernemen. Tegelijkertijd wil ik wel zo veel mogelijk gefocust blijven op het presteren in het veld. Maar na een training of op een vrije dag, wil ik graag het voetbal even uitschakelen en mijn energie kwijt kunnen in andere dingen.’
Welke vorm zijn maatschappelijke carrière zal aannemen, durft hij nog niet te zeggen. Wel dat het twee kanten op kan: volledig in het voetbal of iets totaal anders. ‘Ik probeer geleidelijk uit te pluizen waar mijn ambitie ligt. Hopelijk heb ik daar nog heel wat jaren de tijd voor! Mijn grootste ambities liggen voorlopig echt nog op het voetbalveld, nu bij Glasgow Rangers!’