Wanneer een transfer geen lucratief sprookje, maar nachtmerrie wordt

6 augustus 2019

Matthijs de Ligt die voor 70 miljoen naar Juventus gaat. Luuk de Jong die zijn gedroomde overstap maakt naar Sevilla: voor sommige voetballers komt met een buitenlandse transfer een jongensdroom uit.

Maar de vele transfers die de kranten en Teletekst níét halen zijn soms verre van sprookjesachtig. Van tijd tot tijd komen voetballers in het buitenland zelfs enorm in de problemen.

Voor hen is er de ‘hulplijn’ van Roy Vermeer en Louis Everard, die vanuit hun kantoor in Hoofddorp jaarlijks 20 tot 25 zaken behandelen van Nederlandse voetballers die bij een buitenlandse club in diepe ellende verkeren.

Het tweetal heeft al de nodige vreemde zaken moeten oplossen. “We hebben spelers bijgestaan die hun appartement niet meer in konden komen omdat dat ineens was vergeven aan een speler van wie de club meer verwachtte”, zegt Everard.

“Of een voetballer die twaalf uur werd opgesloten in het kantoor van de club zodat hij een beëindigingscontract zou tekenen”, vult Vermeer aan. “Je kan het je bijna niet voorstellen, maar het gebeurt allemaal.”

Everard is directeur van de Nederlandse Vereniging voor Contractspelers (VVCS), een verdieping boven zijn kantoor werkt Roy Vermeer als jurist bij de mondiale spelersvakbond FIFPro. “Als er spelers in nood zijn, komen ze vaak bij ons uit en proberen wij ze te assisteren”, zegt Vermeer.

Op het kantoor van Everard hangen foto’s van hem met grote voetballers als Cristiano Ronaldo en Klaas-Jan Huntelaar. Het helpen van voetballers in nood is voor de VVCS-directeur en Vermeer slechts een onderdeel van hun werk.

De twee mannen weten vaak op voorhand al dat spelers in de problemen gaan komen. “De alarmbellen gaan af als voetballers bij bepaalde clubs in Griekenland, Cyprus, Bulgarije en Oekraïne tekenen.”

Een soort strafkamp

Ook Benjamin van den Broek kwam in het buitenland diep in de problemen. Na jaren bij NAC en FC Den Bosch besloot hij in 2014 zijn geluk te beproeven in Roemenië.

Universitatea Cluj beloofde hem een goed salaris en mooi appartement en Nederlandse jongens die voor de club uitkwamen, klonken enthousiast.

“Het begon allemaal heel leuk, tot we drie wedstrijden achter elkaar verloren. Toen werden de trainer en technisch directeur ontslagen en even later verdween ook de eigenaar van de club. Dat was de grote geldschieter”, zegt Van den Broek.

“Toen was het opeens een heel ander verhaal. Er kwam een Roemeense trainer die me vertelde dat hij een hekel had aan buitenlanders en dat ik dus niet zou spelen. Ondertussen maakte hij ons leven tot een soort strafkamp: als ik drie dagen per maand thuis sliep, was dat veel.”
En dat niet alleen, de trainer bleek behoorlijk agressief. “Hij pakte jongens bij de keel, draaide hun oren om en gooide met tassen naar ons. En het ergste: ondertussen kreeg ik geen cent betaald.”

Tevergeefs probeerde Van den Broek zelf een oplossing te zoeken met de club, uiteindelijk kwam hij bij de twee mannen van de ‘hulplijn’ terecht. “Ik heb Louis gebeld en de situatie uitgelegd. Die is toen het hele traject gestart.”

In paniek aan de lijn

Vermeer en Everard krijgen regelmatig spelers aan de telefoon die ‘behoorlijk’ in paniek zijn. “Ze bellen ieder moment van de dag; ook ’s nachts, wanneer ze bijvoorbeeld bedreigd worden”, zegt Everard.

De VVCS-directeur en Vermeer horen het verhaal van de speler aan en vragen hem het contract op te sturen. “En vaak begint het er al mee dat ze dat niet hebben”, vertelt Vermeer.

“Dan moeten we daar dus eerst achteraan. Vervolgens maken we een plan, volgt een juridische brief naar de club en geven we ze een deadline. En werkt niks van dat alles, dan spannen we namens de speler een zaak aan bij de wereldvoetbalbond FIFA.”

En vaak duurt het dan nog jaren voordat daar een uitspraak over wordt gedaan. Zo wacht Van den Broek al vier jaar op zijn geld. “Er wordt gewoon niet hard genoeg opgetreden door de wereldvoetbalbond”, zegt Vermeer.

Daar hebben de twee mannen die regelmatig te hulp moeten schieten, soms kopzorgen van. “Ik kan je zeggen: we hebben geregeld voorzitters van probleemclubs aan de lijn. We laten ze dan goed weten wat we vinden, maar dat maakt soms weinig indruk”, lacht Everard. “Ze zijn het gewend.”

“Ik heb het zo onderschat”, zegt Van den Broek met de kennis van nu. “Ook wat zoiets mentaal met je doet.” Het is een van de redenen dat hij nu ook voor FIFPro werkt. “Ik vind het fijn dat ik nu zelf iets kan doen voor spelers.”

“Want mijn verhaal staat niet op zichzelf; dit gebeurt dus om de haverklap.”

Interview via nos.nl. Klik hier om het volledige interview terug te luisteren.